Home ->Dictionaries ->Dutch/French ->Search: woord

Dutch and French Search Results for: woord

Summary

Dutch to French: more detail...

woord:
- mot; parole; terme
- mot
Wiktionary:
- woord → mot, parole, propos
- woord → mot, shibboleth, parole

Dutch

Detailed Translations for woord from Dutch to French

woord:

woord [het ~] nom

het woord
le mot; la parole; le terme
- mot [le ~] nom
- parole [la ~] nom
- terme [le ~] nom
het woord
la parole; le mot
- parole [la ~] nom
- mot [le ~] nom

woord

woord
le mot
- mot [le ~] nom

Translation Matrix for woord:

Noun	Related Translations	Other Translations
mot	woord	aantekening; briefje; kattebelletje; kladbriefje; kladje; krabbel; schrijfsel
parole	woord	spraak
terme	woord	aanduiding; benaming; benoeming; eindpaal; looptijd; naam; poosje; sluitingstermijn; term; termijn; tijdlimiet; tijdslimiet

Related Words for "woord":

woorden

Related Definitions for "woord":

groep klanken of letters met eigen betekenis¹
- 'woning' is een ander woord voor 'huis'¹

Wiktionary Translations for woord:

woord

noun

Succession de sons ou de signes ayant un sens propre, et isolé par deux blancs ou une pause
- mot → woord
faculté naturelle de parler.
- parole → spraak; spreken; woord; parool
parole échanger dans la conversation.
- propos → doel; bedoeling; strekking; plan; toeleg; voornemen; zin; zeggen; woord; betoog

Cross Translation:

From	To	Via
• woord	→ mot	↔ Wort — Linguistik: kleinste, eine selbstständige Bedeutung tragende Einheit der Sprache, eine grammatische Einheit
• woord	→ shibboleth	↔ shibboleth — A common or longstanding belief, custom, or catchphrase associated with a particular group, especially one with little current meaning or truth
• woord	→ mot	↔ word — unit of language
• woord	→ parole	↔ word — something promised

Related Translations for woord

¹Muiswerk Woordenboek