Summary
Dutch to French: more detail...
- ontbijt:
- ontbijten:
-
Wiktionary:
- ontbijt → petit déjeuner
- ontbijt → déjeuner, petit déjeuner
- ontbijten → prendre le petit déjeuner, prendre le petit-déjeuner
Dutch
Detailed Translations for ontbijt from Dutch to French
ontbijt:
-
het ontbijt
Translation Matrix for ontbijt:
Noun | Related Translations | Other Translations |
petit déjeuner | ontbijt |
Related Words for "ontbijt":
Related Definitions for "ontbijt":
Wiktionary Translations for ontbijt:
ontbijt
Cross Translation:
noun
ontbijt
-
eerste maaltijd van de dag
- ontbijt → petit déjeuner
noun
-
Repas
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• ontbijt | → déjeuner; petit déjeuner | ↔ breakfast — first meal of the day |
ontbijten:
-
ontbijten (ontbijt eten)
prendre le petit déjeuner; déjeuner-
déjeuner verbe (déjeune, déjeunes, déjeunons, déjeunez, déjeunent, déjeunais, déjeunait, déjeunions, déjeuniez, déjeunaient, déjeunai, déjeunas, déjeuna, déjeunâmes, déjeunâtes, déjeunèrent, déjeunerai, déjeuneras, déjeunera, déjeunerons, déjeunerez, déjeuneront)
Conjugations for ontbijten:
o.t.t.
- ontbijt
- ontbijt
- ontbijt
- ontbijten
- ontbijten
- ontbijten
o.v.t.
- ontbeet
- ontbeet
- ontbeet
- ontbeten
- ontbeten
- ontbeten
v.t.t.
- heb ontbeten
- hebt ontbeten
- heeft ontbeten
- hebben ontbeten
- hebben ontbeten
- hebben ontbeten
v.v.t.
- had ontbeten
- had ontbeten
- had ontbeten
- hadden ontbeten
- hadden ontbeten
- hadden ontbeten
o.t.t.t.
- zal ontbijten
- zult ontbijten
- zal ontbijten
- zullen ontbijten
- zullen ontbijten
- zullen ontbijten
o.v.t.t.
- zou ontbijten
- zou ontbijten
- zou ontbijten
- zouden ontbijten
- zouden ontbijten
- zouden ontbijten
diversen
- ontbijt!
- ontbijtt!
- ontbeten
- ontbijtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for ontbijten:
Noun | Related Translations | Other Translations |
déjeuner | koffiemaaltijd; lunch; lunchpakket; twaalfuurtje | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
déjeuner | ontbijt eten; ontbijten | consumeren; dineren; eten; gebruiken; laven; lenigen; lessen; lunchen; nuttigen; opeten; oppeuzelen; tafelen; tegoed doen; tot zich nemen; uitgebreid eten; verorberen |
prendre le petit déjeuner | ontbijt eten; ontbijten |
Related Words for "ontbijten":
Wiktionary Translations for ontbijten:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• ontbijten | → prendre le petit déjeuner | ↔ break one's fast — archaic: to eat breakfast |
• ontbijten | → prendre le petit-déjeuner | ↔ breakfast — to eat the morning meal |
• ontbijten | → prendre le petit-déjeuner | ↔ frühstücken — ein Frühstück zu sich nehmen |