Dutch
Suggestions for soigneren in Dutch
French
Detailed Translations for soigneren from French to Dutch
soigneren: (*Using Word and Sentence Splitter)
- soigner: behandelen; verzorgen; zorgen voor iemand; verplegen; onder behandeling nemen; bekommeren; zich zorgen maken; helpen; ondersteunen; bijstaan; assisteren; bijspringen; weldoen; seconderen
- rené: herboren
- soigné: onderhouden; verzorgd; netjes; keurig; proper; stijlvol; chic; esthetisch; elegant; verfijnd; smaakvol; modieuze verfijning; precies; net; accuraat; stipt; secuur; voorzichtig; beleefd; voorkomend; zorgvuldig; gemanierd; welopgevoed; wellevend; ontwikkeld; beschaafd; geciviliseerd; gecultiveerd; grondig; nauwlettend; consciëntieus; met zorg; angstvallig; gewetensvol; scrupuleus
Spelling Suggestions for: soigneren
External Machine Translations: