Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. spuitje:
  2. spuit:
  3. spui:
  4. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for spuitje from Dutch to French

spuitje:

spuitje [het ~] nom

  1. het spuitje (injectie; inspuiting; prik)
    la piqûre; l'injection

Translation Matrix for spuitje:

NounRelated TranslationsOther Translations
injection injectie; inspuiting; prik; spuitje
piqûre injectie; inspuiting; prik; spuitje hechting; hechting van een wond; injectienaald; injectiespuit; injectiespuitje; messteek; pijn in de zij; spuit; steek; stiksel

Related Words for "spuitje":


Wiktionary Translations for spuitje:


Cross Translation:
FromToVia
spuitje injection injection — medicine: something injected

spuitje form of spuit:

spuit [de ~] nom

  1. de spuit (injectiespuit; injectiespuitje)
    la piqûre; la seringue injectrice; la seringue
  2. de spuit (injectienaald)
    la seringue; la piqûre

Translation Matrix for spuit:

NounRelated TranslationsOther Translations
piqûre injectienaald; injectiespuit; injectiespuitje; spuit hechting; hechting van een wond; injectie; inspuiting; messteek; pijn in de zij; prik; spuitje; steek; stiksel
seringue injectienaald; injectiespuit; injectiespuitje; spuit
seringue injectrice injectiespuit; injectiespuitje; spuit
- injectie

Related Words for "spuit":


Synonyms for "spuit":


Related Definitions for "spuit":

  1. inspuiting van geneesmiddel met behulp van naald1
    • de zuster gaf hem een spuitje tegen de pijn1
  2. voorwerp met nauwe opening waar vloeistof met kracht uit geperst wordt1
    • de spuit van de brandweer kreeg een nieuwe slang1

Wiktionary Translations for spuit:


Cross Translation:
FromToVia
spuit seringue syringe — hypodermic syringe

spui:

spui [het ~] nom

  1. het spui (afvoerbuis; riool; regenpijp; afwateringsbuis)

Translation Matrix for spui:

NounRelated TranslationsOther Translations
tuyau d'écoulement afvoerbuis; afwateringsbuis; regenpijp; riool; spui

Related Words for "spui":


Wiktionary Translations for spui:

spui
noun
  1. action de décharger.
  2. clôture en forme de bassin, faite de terre, de pierre, de bois ou de toute autre matière dans un port, sur une rivière, sur un canal, etc., ayant une ou plusieurs portes qui se lever et se baisser ou qui s’ouvrent et se fermer, pou