Dutch
Detailed Translations for toespelen from Dutch to French
toespelen:
-
toespelen (zinspelen)
insinuer; faire allusion-
insinuer verbe (insinue, insinues, insinuons, insinuez, insinuent, insinuais, insinuait, insinuions, insinuiez, insinuaient, insinuai, insinuas, insinua, insinuâmes, insinuâtes, insinuèrent, insinuerai, insinueras, insinuera, insinuerons, insinuerez, insinueront)
-
faire allusion verbe
-
Conjugations for toespelen:
o.t.t.
- speel toe
- speelt toe
- speelt toe
- spelen toe
- spelen toe
- spelen toe
o.v.t.
- speelde toe
- speelde toe
- speelde toe
- speelden toe
- speelden toe
- speelden toe
v.t.t.
- heb toegespeeld
- hebt toegespeeld
- heeft toegespeeld
- hebben toegespeeld
- hebben toegespeeld
- hebben toegespeeld
v.v.t.
- had toegespeeld
- had toegespeeld
- had toegespeeld
- hadden toegespeeld
- hadden toegespeeld
- hadden toegespeeld
o.t.t.t.
- zal toespelen
- zult toespelen
- zal toespelen
- zullen toespelen
- zullen toespelen
- zullen toespelen
o.v.t.t.
- zou toespelen
- zou toespelen
- zou toespelen
- zouden toespelen
- zouden toespelen
- zouden toespelen
en verder
- ben toegespeeld
- bent toegespeeld
- is toegespeeld
- zijn toegespeeld
- zijn toegespeeld
- zijn toegespeeld
diversen
- speel toe!
- speelt toe!
- toegespeeld
- toespelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for toespelen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
faire allusion | toespelen; zinspelen | duiden |
insinuer | toespelen; zinspelen | aantijgen; adviseren; iets aanraden; ingeven; insinueren; raden; suggereren |
Wiktionary Translations for toespelen:
toespelen