Home ->Dictionaries ->Dutch/French ->Search: appel

Dutch and French Search Results for: appel

Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. appel:
  2. appèl:
  3. Wiktionary:
French to Dutch:   more detail...
  1. appel:
  2. appelé:
  3. Wiktionary:

Dutch

Detailed Translations for appel from Dutch to French

appel:

appel [de ~ (m)] nom

  1. de appel (naamafroeping)
    l'appel

appel [de ~ (m)] nom

  1. de appel (appel vrucht)
    la fruit de pomme
  2. de appel (appels)
    la pommes
  3. de appel (handappel)
    la pomme
  4. de appel (moesappel)
    la pomme à cuire

Translation Matrix for appel:

NounRelated TranslationsOther Translations
appel appel; naamafroeping appèl; bekendmaking; bellen; bericht; beroep juridisch; beroep doen op; boodschap; convocatie; geroep; geschreeuw; gewag; informatie; inroeping; kennisgeving; lokroep; loktoon; mededeling; melding; opbellen; opgave; oproep; oproeping; relaas; roep; roepstem; tijding; uitspraak; vermelding; verwittiging; wegroepen; wekroep
fruit de pomme appel; appel vrucht
pomme appel; handappel krop; opeengepakte bladeren
pomme à cuire appel; moesappel stoofappel
pommes appel; appels handappels

Related Words for "appel":

  • appelen, appels, appeltje, appeltjes

Related Definitions for "appel":

  1. ronde vrucht met klokhuis en pitjes1
    • als je trek hebt, neem je maar een appel1

Wiktionary Translations for appel:

appel
Cross Translation:
FromToVia
• appel → pomme ↔ apple — fruit
• appel → appel; appel nominal ↔ roll call — reading of a list of names and responses
• appel → pomme ↔ Apfel — rundliche Frucht des Apfelbaums mit Schale, Fruchtfleisch und Kerngehäuse

appèl:

appèl [het ~] nom

  1. het appèl
    l'appel

Translation Matrix for appèl:

NounRelated TranslationsOther Translations
appel appèl appel; bekendmaking; bellen; bericht; beroep juridisch; beroep doen op; boodschap; convocatie; geroep; geschreeuw; gewag; informatie; inroeping; kennisgeving; lokroep; loktoon; mededeling; melding; naamafroeping; opbellen; opgave; oproep; oproeping; relaas; roep; roepstem; tijding; uitspraak; vermelding; verwittiging; wegroepen; wekroep

Related Translations for appel



French

Detailed Translations for appel from French to Dutch

appel:

appel [le ~] nom

  1. l'appel
    de appel; de naamafroeping
  2. l'appel
    beroep doen op
  3. l'appel
    het appèl
  4. l'appel
    de inroeping
  5. l'appel
    de roepstem
  6. l'appel
    wegroepen
  7. l'appel
    beroep juridisch
  8. l'appel
    de oproep
  9. l'appel (convocation)
    de oproep; de roep
  10. l'appel (coup de fil; sonnerie)
    het bellen; opbellen
  11. l'appel (communication; message; mention; )
    de mededeling; de boodschap; het bericht; de vermelding; de uitspraak; de opgave; gewag; de melding; de verwittiging; de tijding; de bekendmaking; het relaas
  12. l'appel (cri; cris)
    de roep; het geschreeuw; het geroep
  13. l'appel (mise au courant; avertissement; renseignement; )
    de informatie; de kennisgeving; de convocatie; de mededeling; de verwittiging
  14. l'appel (convocation; notification; communication; )
    de convocatie; de oproeping
  15. l'appel (exhortation)
    de wekroep
  16. l'appel (attrait)
    de lokroep; loktoon

Translation Matrix for appel:

NounRelated TranslationsOther Translations
appel appel fruit de pomme; pomme; pomme à cuire; pommes
appèl appel
bekendmaking annonce; appel; avis; communication; envoi; information; mention; message; notice; nouvelle; publication; renvoi affichage; annonce; décret; faire-part; notification; parution publique; proclamation; promulgation; publication; révélation
bellen appel; coup de fil; sonnerie sonner; sonnerie à la porte
bericht annonce; appel; avis; communication; envoi; information; mention; message; notice; nouvelle; publication; renvoi annonce; article; avis; bulletin mensuel; communication; compte rendu; document; exposé; faire-part; feuille mensuelle; hebdomadaire; magazine; magazine mensuel; mention; message; nouvelle; présentation; publication; périodique; rapport; revue
beroep juridisch appel
beroep doen op appel
boodschap annonce; appel; avis; communication; envoi; information; mention; message; notice; nouvelle; publication; renvoi achat; acquisition; emplette
convocatie appel; avertissement; avis; citation; communication; convocation; faire-part; mise au courant; notification; renseignement avis; communication
geroep appel; cri; cris
geschreeuw appel; cri; cris beuglement; braillement; bruit; clameur; criaillement; criailleries; cris; cris percants; cris perçants; cris stridents; fracas; glapissements; hurlement; hurlements; mugissement; piaulement; rugissement; tumulte; vacarme
gewag annonce; appel; avis; communication; envoi; information; mention; message; notice; nouvelle; publication; renvoi
informatie appel; avertissement; avis; communication; faire-part; mise au courant; renseignement explication; information; informations; renseignement; renseignements; transfert d'informations; transfert de connaissances; éclaircie; éclaircissement
inroeping appel
kennisgeving appel; avertissement; avis; communication; faire-part; mise au courant; renseignement annonce; avis; communication; convocation; déclaration; décret; dénonciation; exploit d'huissier; faire-part; information préalable; notification; parution publique; proclamation; promulgation; publication; sommation
lokroep appel; attrait
loktoon appel; attrait
mededeling annonce; appel; avertissement; avis; communication; envoi; faire-part; information; mention; message; mise au courant; notice; nouvelle; publication; renseignement; renvoi annonce; avis; communication; décret; faire-part; notification; parution publique; proclamation; promulgation; publication
melding annonce; appel; avis; communication; envoi; information; mention; message; notice; nouvelle; publication; renvoi alerte; annonce; attestation; avis; communication; déclaration; décret; dénonciation; déposition; faire-part; mention; message; notification; nouvelle; parution publique; proclamation; promulgation; présentation; publication
naamafroeping appel
opbellen appel; coup de fil; sonnerie
opgave annonce; appel; avis; communication; envoi; information; mention; message; notice; nouvelle; publication; renvoi dilemme; exercise; inscription; liste; problème; question; résignation; tâche; tâche scolaire; épreuve
oproep appel; convocation
oproeping appel; avis; citation; communication; convocation; faire-part; notification
relaas annonce; appel; avis; communication; envoi; information; mention; message; notice; nouvelle; publication; renvoi compte-rendu; conte; exposé; fable; fiction; histoire; légende; mythe; rapport; tradition
roep appel; convocation; cri; cris cri; exclamation; hurlement; nom; notoriété; prestige; réputation
roepstem appel
tijding annonce; appel; avis; communication; envoi; information; mention; message; notice; nouvelle; publication; renvoi nouvelle
uitspraak annonce; appel; avis; communication; envoi; information; mention; message; notice; nouvelle; publication; renvoi articulation; attestation; déclaration; déposition; jugement; prononciation; sentence; témoignage; verdict
vermelding annonce; appel; avis; communication; envoi; information; mention; message; notice; nouvelle; publication; renvoi entrée
verwittiging annonce; appel; avertissement; avis; communication; envoi; faire-part; information; mention; message; mise au courant; notice; nouvelle; publication; renseignement; renvoi avis; communication
wegroepen appel
wekroep appel; exhortation
VerbRelated TranslationsOther Translations
bellen appeler; donner un coup de fil; faire sonner; icône Appeler; sonner; sonner à la porte; sonnerie; téléphoner; téléphoner à quelqu'un
beroep doen op appeler; faire appel à; solliciter
opbellen appeler; donner un coup de fil; téléphoner
wegroepen appeler ailleurs

Synonyms for "appel":


Wiktionary Translations for appel:

appel
noun
  1. Action d'appeler par la voix, par un geste ou par tout autre signal.
appel
noun
  1. een vrij harde klank geproduceerd met stemgeluid
Cross Translation:
FromToVia
• appel → in hoger beroep gaan; in beroep gaan ↔ appeal — to apply for the removal of a cause from an inferior to a superior judge or court for the purpose of reexamination of for decision
• appel → beroep ↔ appeal — application for the removal of a cause to a superior judge for reexamination
• appel → oproep; telefoongesprek ↔ call — telephone conversation
• appel → roep ↔ call — cry or shout
• appel → pleidooi; smeekbede ↔ plea — appeal, petition, entreaty
• appel → appel; naamafroeping ↔ roll call — reading of a list of names and responses
• appel → oproep ↔ Aufruf — öffentlicher Appell, etwas zu tun oder zu unterlassen
• appel → oproep; dagvaarding ↔ Aufruf — Aufforderung an eine bestimmte Person oder Personengruppe/Organisation
• appel → hoger beroep ↔ Berufung — Rechtsmittel gegen einen Bescheid oder ein Gerichtsurteil
• appel → roep; kreet ↔ Ruf — ein Laut, der an jemanden adressiert ist
• appel → aanmaning ↔ Ruf — eine Aufforderung, beispielsweise einen Platz einzunehmen oder etwas zu tun

appelé:

appelé adj

  1. appelé (surnommé; alias; dit)
    geheten; genaamd
  2. appelé (surnommé; alias; dit)
    bij zijn naam noemend; bij naam
  3. appelé (alias; surnommé; ainsi nommé; autrement nommé)
    zogenaamd; alias; zogenoemde; zogeheten; bijgenaamd
  4. appelé
    beroepen
  5. appelé
    ingeroepen
  6. appelé (téléphoné)
    opgebeld
  7. appelé (interpellé)
    toegeroepen

Translation Matrix for appelé:

NounRelated TranslationsOther Translations
alias alias; alias de messagerie; nom de plume; pseudonyme; raccourci; sobriquet
beroepen professions
VerbRelated TranslationsOther Translations
beroepen aller en appel; invoquer; s'autoriser; se réclamer de
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
bijgenaamd ainsi nommé; alias; appelé; autrement nommé; surnommé
genaamd alias; appelé; dit; surnommé
zogeheten ainsi nommé; alias; appelé; autrement nommé; surnommé
zogenaamd ainsi nommé; alias; appelé; autrement nommé; surnommé
AdverbRelated TranslationsOther Translations
alias ainsi nommé; alias; appelé; autrement nommé; surnommé
ModifierRelated TranslationsOther Translations
beroepen appelé
bij naam alias; appelé; dit; surnommé
bij zijn naam noemend alias; appelé; dit; surnommé
geheten alias; appelé; dit; surnommé
ingeroepen appelé
opgebeld appelé; téléphoné
toegeroepen appelé; interpellé
zogenoemde ainsi nommé; alias; appelé; autrement nommé; surnommé

Synonyms for "appelé":


Wiktionary Translations for appelé:

appelé
noun
  1. militaire|fr conscrit.
Cross Translation:
FromToVia
• appelé → heten ↔ call — to be called
• appelé → dienstplichtige ↔ conscript — Draftee
• appelé → dienstplichtige ↔ draftee — one who is drafted

Related Translations for appel







Your free, fast, and simple translation dictionary

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Page served in 0.1394 seconds
Page rendered in 1.0 seconds