Summary
Dutch
Detailed Translations for priester from Dutch to French
priester:
-
de priester (pater; geestelijke)
Translation Matrix for priester:
Noun | Related Translations | Other Translations |
prêtre | geestelijke; pater; priester | geestelijk herder; hoeder; pastoor; pastor; predikant |
Related Words for "priester":
Wiktionary Translations for priester:
priester
Cross Translation:
noun
priester
-
iemand die de religieuze (offer) rituelen verzorgt
- priester → prêtre
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• priester | → prêtre | ↔ Priester — Religionsgeschichte: Mittler zwischen dem menschlichen und göttlichen Bereich, zum Beispiel durch Opfer |
• priester | → prêtre | ↔ priest — clergyman |
French
Detailed Translations for priester from French to Dutch
priester: (*Using Word and Sentence Splitter)
- prier: vragen; aanvragen; verzoeken; uitnodigen; aanzoeken; smeken; bidden; in gebed zijn; rekwestreren; bevragen; soebatten
- ter: driemaal
- ôter: uitlichten; nemen uit; uittrekken; uitdoen; uitkleden; ontkleden; afnemen; stelen; wegnemen; plunderen; ontnemen; pikken; kapen; vervreemden; toeëigenen; verduisteren; uitnemen; jatten; inpikken; roven; ontfutselen; ontvreemden; wegkapen; benemen; verdonkeren; gappen; snaaien; wegpakken; verdonkeremanen; achteroverdrukken; wegpikken; leegstelen; eruit nemen