Summary
Dutch
Detailed Translations for aai from Dutch to French
aai:
Translation Matrix for aai:
Noun | Related Translations | Other Translations |
cajolerie | aai; aaiing; aanhalen; gestreel; liefkozing; streling; vleien | aanhalen; aanhaling; compliment; geknuffel; knuffel; liefkozing; streling; vleierij |
caresse | aai; aaiing; aanhalen; gestreel; liefkozing; streling; vleien | aanhalen; aanhaling; geknuffel; knuffel; liefkozing; streling |
caresses | aai; aaiing; aanhalen; gestreel; liefkozing; streling; vleien | geknuffel; geminnekoos; gevrij; liefkozing; vrijerij |
câlin | aai; aaiing; aanhalen; gestreel; liefkozing; streling; vleien | |
câlinerie | aai; aaiing; aanhalen; gestreel; liefkozing; streling; vleien | aanhalen; aanhaling; knuffel; knuffelpartij; liefkozing; streling |
flatterie | aai; aaiing; aanhalen; gestreel; liefkozing; streling; vleien | compliment; mooidoenerij; mooipraterij; vleierij |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
câlin | flatterend; flatteus; vleierig |
Related Words for "aai":
aai form of aaien:
-
aaien (strelen)
caresser; faire des caresses; câliner; enlacer-
caresser verbe (caresse, caresses, caressons, caressez, caressent, caressais, caressait, caressions, caressiez, caressaient, caressai, caressas, caressa, caressâmes, caressâtes, caressèrent, caresserai, caresseras, caressera, caresserons, caresserez, caresseront)
-
faire des caresses verbe
-
câliner verbe (câline, câlines, câlinons, câlinez, câlinent, câlinais, câlinait, câlinions, câliniez, câlinaient, câlinai, câlinas, câlina, câlinâmes, câlinâtes, câlinèrent, câlinerai, câlineras, câlinera, câlinerons, câlinerez, câlineront)
-
enlacer verbe (enlace, enlaces, enlaçons, enlacez, enlacent, enlaçais, enlaçait, enlacions, enlaciez, enlaçaient, enlaçai, enlaças, enlaça, enlaçâmes, enlaçâtes, enlacèrent, enlacerai, enlaceras, enlacera, enlacerons, enlacerez, enlaceront)
-
Conjugations for aaien:
o.t.t.
- aai
- aait
- aait
- aaien
- aaien
- aaien
o.v.t.
- aaide
- aaide
- aaide
- aaiden
- aaiden
- aaiden
v.t.t.
- heb geaaid
- hebt geaaid
- heeft geaaid
- hebben geaaid
- hebben geaaid
- hebben geaaid
v.v.t.
- had geaaid
- had geaaid
- had geaaid
- hadden geaaid
- hadden geaaid
- hadden geaaid
o.t.t.t.
- zal aaien
- zult aaien
- zal aaien
- zullen aaien
- zullen aaien
- zullen aaien
o.v.t.t.
- zou aaien
- zou aaien
- zou aaien
- zouden aaien
- zouden aaien
- zouden aaien
en verder
- ben geaaid
- bent geaaid
- is geaaid
- zijn geaaid
- zijn geaaid
- zijn geaaid
diversen
- aai!
- aait!
- geaaid
- aaiende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for aaien:
Verb | Related Translations | Other Translations |
caresser | aaien; strelen | knuffelen; knuffen; koesteren; kozen; liefkozen |
câliner | aaien; strelen | beminnen; de liefde bedrijven; knuffelen; knuffen; kozen; kroelen; liefkozen; minnekozen; minnen; vrijen |
enlacer | aaien; strelen | ineenstrengelen; ineenvlechten; knuffelen; liefkozen; samenvlechten; strengelen; verstrengelen; vervlechten; verweven; vlechten |
faire des caresses | aaien; strelen | knuffelen; knuffen; kozen; liefkozen |
Related Words for "aaien":
Wiktionary Translations for aaien:
aaien
Cross Translation:
verb
aaien
-
zachtjes strelen
- aaien → caresser
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• aaien | → cajoler; caresser; câliner | ↔ liebkosen — streicheln, zu jemanden zärtlich sein |
• aaien | → caresser | ↔ streicheln — etwas/jemanden streicheln; (meist mit der flachen Hand bzw. mit den Fingern) sanft über das Äußere eines Tieres, Menschen oder selten auch Gegenstandes fahren |
• aaien | → caresser | ↔ pet — fondle (an animal) |
• aaien | → peloter | ↔ pet — fondle (another person) amorously |
• aaien | → caresse | ↔ stroke — act of stroking |
• aaien | → caresser | ↔ stroke — to move one's hand or an object over the surface of |
External Machine Translations: