Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. aandurven:
  2. Wiktionary:
    • aandurven → oser


Dutch

Detailed Translations for aandurven from Dutch to French

aandurven:

aandurven verbe (durf aan, durft aan, durfde aan, durfden aan, aangedurfd)

  1. aandurven
    oser; se risquer dans; ne pas reculer devant
    • oser verbe (ose, oses, osons, osez, )

Conjugations for aandurven:

o.t.t.
  1. durf aan
  2. durft aan
  3. durft aan
  4. durven aan
  5. durven aan
  6. durven aan
o.v.t.
  1. durfde aan
  2. durfde aan
  3. durfde aan
  4. durfden aan
  5. durfden aan
  6. durfden aan
v.t.t.
  1. heb aangedurfd
  2. hebt aangedurfd
  3. heeft aangedurfd
  4. hebben aangedurfd
  5. hebben aangedurfd
  6. hebben aangedurfd
v.v.t.
  1. had aangedurfd
  2. had aangedurfd
  3. had aangedurfd
  4. hadden aangedurfd
  5. hadden aangedurfd
  6. hadden aangedurfd
o.t.t.t.
  1. zal aandurven
  2. zult aandurven
  3. zal aandurven
  4. zullen aandurven
  5. zullen aandurven
  6. zullen aandurven
o.v.t.t.
  1. zou aandurven
  2. zou aandurven
  3. zou aandurven
  4. zouden aandurven
  5. zouden aandurven
  6. zouden aandurven
diversen
  1. durf aan!
  2. durft aan!
  3. aangedurfd
  4. aandurvende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for aandurven:

VerbRelated TranslationsOther Translations
ne pas reculer devant aandurven
oser aandurven avonturen; avonturieren; durven; riskeren; wagen
se risquer dans aandurven

Wiktionary Translations for aandurven:

aandurven
verb
  1. Moed hebben
    • aandurvenoser