Summary
Dutch
Detailed Translations for aangrijpen from Dutch to French
aangrijpen:
-
aangrijpen (benutten; gebruiken; toepassen; aanwenden)
utiliser; employer; appliquer; engager; faire usage de; prendre en service; consacrer-
utiliser verbe (utilise, utilises, utilisons, utilisez, utilisent, utilisais, utilisait, utilisions, utilisiez, utilisaient, utilisai, utilisas, utilisa, utilisâmes, utilisâtes, utilisèrent, utiliserai, utiliseras, utilisera, utiliserons, utiliserez, utiliseront)
-
employer verbe (emploie, emploies, employons, employez, emploient, employais, employait, employions, employiez, employaient, employai, employas, employa, employâmes, employâtes, employèrent, emploierai, emploieras, emploiera, emploierons, emploierez, emploieront)
-
appliquer verbe (applique, appliques, appliquons, appliquez, appliquent, appliquais, appliquait, appliquions, appliquiez, appliquaient, appliquai, appliquas, appliqua, appliquâmes, appliquâtes, appliquèrent, appliquerai, appliqueras, appliquera, appliquerons, appliquerez, appliqueront)
-
engager verbe (engage, engages, engageons, engagez, engagent, engageais, engageait, engagions, engagiez, engageaient, engageai, engageas, engagea, engageâmes, engageâtes, engagèrent, engagerai, engageras, engagera, engagerons, engagerez, engageront)
-
faire usage de verbe
-
prendre en service verbe
-
consacrer verbe (consacre, consacres, consacrons, consacrez, consacrent, consacrais, consacrait, consacrions, consacriez, consacraient, consacrai, consacras, consacra, consacrâmes, consacrâtes, consacrèrent, consacrerai, consacreras, consacrera, consacrerons, consacrerez, consacreront)
-
-
aangrijpen (ontroeren)
émouvoir; émotionner; toucher; attendrir-
émouvoir verbe (émeus, émeut, émouvons, émouvez, émeuvent, émouvais, émouvait, émouvions, émouviez, émouvaient, émus, émut, émûmes, émûtes, émurent, émouvrai, émouvras, émouvra, émouvrons, émouvrez, émouvront)
-
émotionner verbe
-
toucher verbe (touche, touches, touchons, touchez, touchent, touchais, touchait, touchions, touchiez, touchaient, touchai, touchas, toucha, touchâmes, touchâtes, touchèrent, toucherai, toucheras, touchera, toucherons, toucherez, toucheront)
-
attendrir verbe (attendris, attendrit, attendrissons, attendrissez, attendrissent, attendrissais, attendrissait, attendrissions, attendrissiez, attendrissaient, attendrîmes, attendrîtes, attendrirent, attendrirai, attendriras, attendrira, attendrirons, attendrirez, attendriront)
-
Conjugations for aangrijpen:
o.t.t.
- grijp aan
- grijpt aan
- grijpt aan
- grijpen aan
- grijpen aan
- grijpen aan
o.v.t.
- greep aan
- greep aan
- greep aan
- grepen aan
- grepen aan
- grepen aan
v.t.t.
- heb aangegrepen
- hebt aangegrepen
- heeft aangegrepen
- hebben aangegrepen
- hebben aangegrepen
- hebben aangegrepen
v.v.t.
- had aangegrepen
- had aangegrepen
- had aangegrepen
- hadden aangegrepen
- hadden aangegrepen
- hadden aangegrepen
o.t.t.t.
- zal aangrijpen
- zult aangrijpen
- zal aangrijpen
- zullen aangrijpen
- zullen aangrijpen
- zullen aangrijpen
o.v.t.t.
- zou aangrijpen
- zou aangrijpen
- zou aangrijpen
- zouden aangrijpen
- zouden aangrijpen
- zouden aangrijpen
diversen
- grijp aan!
- grijpt aan!
- aangegrepen
- aangrijpende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
aangrijpen (beetpakken; aanpakken; aanklampen; aanvatten)
Translation Matrix for aangrijpen:
Wiktionary Translations for aangrijpen:
aangrijpen
Cross Translation:
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• aangrijpen | → émouvoir | ↔ move — to arouse the feelings or passions of |
• aangrijpen | → saisir | ↔ seize — take advantage |
External Machine Translations: