Noun | Related Translations | Other Translations |
accusation
|
aanklacht; beschuldiging; tenlastelegging
|
aantijging; beschuldigen; beschuldiging; insinuatie; tenlastelegging; toespeling; verdachtmaking; zijdelingse verdachtmaking
|
doléances
|
aanklacht; beschuldiging; tenlastelegging
|
gehuil; gejank; gekanker; geklaag; gemekker; geween
|
imputation
|
aanklacht; beschuldiging; tenlastelegging
|
aantijging; boeken; insinuatie; toespeling; zijdelingse verdachtmaking
|
inculpation
|
aanklacht; beschuldiging; tenlastelegging
|
aantijging; beschuldiging; felonie; insinuatie; toespeling; trouweloosheid; verdachtmaking; verkettering; verraad; zijdelingse verdachtmaking
|
insinuation
|
aanklacht; beschuldiging; tenlastelegging
|
aantijging; beschuldiging; insinuatie; toespeling; verdachtmaking; zijdelingse verdachtmaking
|
plainte
|
aanklacht; beschuldiging; tenlastelegging
|
bedenking; beklag; bezwaar; bezwaarschrift; gejammer; gekanker; geklaag; gelamenteer; gemekker; grief; het klagen; jammerklacht; klacht; klacht indienen; verzet; verzetsbeweging; weeklacht
|
plaintes
|
aanklacht; beschuldiging; tenlastelegging
|
geblaat; gebrom; gehuil; gejammer; gejank; gekanker; geklaag; gelamenteer; gemekker; gemopper; geween; gezeur; gezever
|
réclamation
|
aanklacht; beschuldiging; tenlastelegging
|
aanvraag; bedenking; bezwaar; claim; eis; grief; het klagen; klacht; maanbrief; opvorderen; opvragen; opvraging; petitie; rechtsvordering; rekest; rekwest; terugvordering; verzet; verzetsbeweging; verzoekschrift; vordering; vraag
|