Dutch
Detailed Translations for aanmerking maken from Dutch to French
aanmerking maken:
aanmerking maken verbe (maak aanmerking, maakt aanmerking, maakte aanmerking, maakten aanmerking, aanmerking gemaakt)
-
aanmerking maken
faire une remarque; critiquer; faire une observation-
faire une remarque verbe
-
critiquer verbe (critique, critiques, critiquons, critiquez, critiquent, critiquais, critiquait, critiquions, critiquiez, critiquaient, critiquai, critiquas, critiqua, critiquâmes, critiquâtes, critiquèrent, critiquerai, critiqueras, critiquera, critiquerons, critiquerez, critiqueront)
-
faire une observation verbe
-
Conjugations for aanmerking maken:
o.t.t.
- maak aanmerking
- maakt aanmerking
- maakt aanmerking
- maken aanmerking
- maken aanmerking
- maken aanmerking
o.v.t.
- maakte aanmerking
- maakte aanmerking
- maakte aanmerking
- maakten aanmerking
- maakten aanmerking
- maakten aanmerking
v.t.t.
- heb aanmerking gemaakt
- hebt aanmerking gemaakt
- heeft aanmerking gemaakt
- hebben aanmerking gemaakt
- hebben aanmerking gemaakt
- hebben aanmerking gemaakt
v.v.t.
- had aanmerking gemaakt
- had aanmerking gemaakt
- had aanmerking gemaakt
- hadden aanmerking gemaakt
- hadden aanmerking gemaakt
- hadden aanmerking gemaakt
o.t.t.t.
- zal aanmerking maken
- zult aanmerking maken
- zal aanmerking maken
- zullen aanmerking maken
- zullen aanmerking maken
- zullen aanmerking maken
o.v.t.t.
- zou aanmerking maken
- zou aanmerking maken
- zou aanmerking maken
- zouden aanmerking maken
- zouden aanmerking maken
- zouden aanmerking maken
diversen
- maak aanmerking!
- maakt aanmerking!
- aanmerking gemaakt
- aanmerking merkende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for aanmerking maken:
Verb | Related Translations | Other Translations |
critiquer | aanmerking maken | aanmerken; aanrekenen; aanwrijven; afkeuren; afkraken; beoordelen; berispen; beschuldigen; blameren; gispen; goed- of afkeuren; hekelen; iemand iets aanrekenen; iemand iets verwijten; katten; kraken; kritiseren; kwalijk nemen; laken; nadragen; veroordelen; verwijten; vitten; voor de voeten gooien; voorhouden |
faire une observation | aanmerking maken | |
faire une remarque | aanmerking maken |
External Machine Translations: