Dutch
Detailed Translations for aanmodderen from Dutch to French
aanmodderen:
-
aanmodderen (prutsen; rommelen)
bricoler; tripoter-
bricoler verbe (bricole, bricoles, bricolons, bricolez, bricolent, bricolais, bricolait, bricolions, bricoliez, bricolaient, bricolai, bricolas, bricola, bricolâmes, bricolâtes, bricolèrent, bricolerai, bricoleras, bricolera, bricolerons, bricolerez, bricoleront)
-
tripoter verbe (tripote, tripotes, tripotons, tripotez, tripotent, tripotais, tripotait, tripotions, tripotiez, tripotaient, tripotai, tripotas, tripota, tripotâmes, tripotâtes, tripotèrent, tripoterai, tripoteras, tripotera, tripoterons, tripoterez, tripoteront)
-
Translation Matrix for aanmodderen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
bricoler | klussen | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
bricoler | aanmodderen; prutsen; rommelen | aanrommelen; aanrotzooien; broddelen; dokteren; fröbelen; klusje opknappen; klussen; knoeien; knutselen; lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; prutsen; rondhangen; rotzooien; scharrelen; sleutelen |
tripoter | aanmodderen; prutsen; rommelen | aanrommelen; aanrotzooien; broddelen; foezelen; friemelen; frommelen; frunniken; klungelen; klunzen; knoeien; peuteren; prutsen; pulken; rotzooien; scharrelen; scharrelen van kip; stuntelen |