Dutch
Detailed Translations for aanschouwelijk maken from Dutch to French
aanschouwelijk maken:
aanschouwelijk maken verbe (maak aanschouwelijk, maakt aanschouwelijk, maakte aanschouwelijk, maakten aanschouwelijk, aanschouwelijk gemaakt)
-
aanschouwelijk maken (demonstreren; veraanschouwelijken)
démontrer; faire la démonstration de; illustrer; montrer; rendre plus concret-
démontrer verbe (démontre, démontres, démontrons, démontrez, démontrent, démontrais, démontrait, démontrions, démontriez, démontraient, démontrai, démontras, démontra, démontrâmes, démontrâtes, démontrèrent, démontrerai, démontreras, démontrera, démontrerons, démontrerez, démontreront)
-
illustrer verbe (illustre, illustres, illustrons, illustrez, illustrent, illustrais, illustrait, illustrions, illustriez, illustraient, illustrai, illustras, illustra, illustrâmes, illustrâtes, illustrèrent, illustrerai, illustreras, illustrera, illustrerons, illustrerez, illustreront)
-
montrer verbe (montre, montres, montrons, montrez, montrent, montrais, montrait, montrions, montriez, montraient, montrai, montras, montra, montrâmes, montrâtes, montrèrent, montrerai, montreras, montrera, montrerons, montrerez, montreront)
-
rendre plus concret verbe
-
Conjugations for aanschouwelijk maken:
o.t.t.
- maak aanschouwelijk
- maakt aanschouwelijk
- maakt aanschouwelijk
- maken aanschouwelijk
- maken aanschouwelijk
- maken aanschouwelijk
o.v.t.
- maakte aanschouwelijk
- maakte aanschouwelijk
- maakte aanschouwelijk
- maakten aanschouwelijk
- maakten aanschouwelijk
- maakten aanschouwelijk
v.t.t.
- heb aanschouwelijk gemaakt
- hebt aanschouwelijk gemaakt
- heeft aanschouwelijk gemaakt
- hebben aanschouwelijk gemaakt
- hebben aanschouwelijk gemaakt
- hebben aanschouwelijk gemaakt
v.v.t.
- had aanschouwelijk gemaakt
- had aanschouwelijk gemaakt
- had aanschouwelijk gemaakt
- hadden aanschouwelijk gemaakt
- hadden aanschouwelijk gemaakt
- hadden aanschouwelijk gemaakt
o.t.t.t.
- zal aanschouwelijk maken
- zult aanschouwelijk maken
- zal aanschouwelijk maken
- zullen aanschouwelijk maken
- zullen aanschouwelijk maken
- zullen aanschouwelijk maken
o.v.t.t.
- zou aanschouwelijk maken
- zou aanschouwelijk maken
- zou aanschouwelijk maken
- zouden aanschouwelijk maken
- zouden aanschouwelijk maken
- zouden aanschouwelijk maken
diversen
- maak aanschouwelijk!
- maakt aanschouwelijk!
- aanschouwelijk gemaakt
- aanschouwelijk makende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze