Dutch
Detailed Translations for aanspreekbaar from Dutch to French
aanspreekbaar:
-
aanspreekbaar (toegankelijk; toeschietelijk; benaderbaar; genaakbaar)
accessible; avenant; abordable; approchable; ouvert; indulgent-
accessible adj
-
avenant adj
-
abordable adj
-
approchable adj
-
ouvert adj
-
indulgent adj
-
Translation Matrix for aanspreekbaar:
Related Words for "aanspreekbaar":
Wiktionary Translations for aanspreekbaar:
aanspreekbaar
adjective
-
rare|fr Qu’on peut aborder.