Summary
Dutch to French: more detail...
- aantreffen:
-
Wiktionary:
- aantreffen → rencontrer, trouver
- aantreffen → trouver
Dutch
Detailed Translations for aantreffen from Dutch to French
aantreffen:
-
aantreffen (vinden; tegenkomen)
trouver; rencontrer; tomber sur-
trouver verbe (trouve, trouves, trouvons, trouvez, trouvent, trouvais, trouvait, trouvions, trouviez, trouvaient, trouvai, trouvas, trouva, trouvâmes, trouvâtes, trouvèrent, trouverai, trouveras, trouvera, trouverons, trouverez, trouveront)
-
rencontrer verbe (rencontre, rencontres, rencontrons, rencontrez, rencontrent, rencontrais, rencontrait, rencontrions, rencontriez, rencontraient, rencontrai, rencontras, rencontra, rencontrâmes, rencontrâtes, rencontrèrent, rencontrerai, rencontreras, rencontrera, rencontrerons, rencontrerez, rencontreront)
-
tomber sur verbe
-
Conjugations for aantreffen:
o.t.t.
- tref aan
- treft aan
- treft aan
- treffen aan
- treffen aan
- treffen aan
o.v.t.
- trof aan
- trof aan
- trof aan
- troffen aan
- troffen aan
- troffen aan
v.t.t.
- heb aangetroffen
- hebt aangetroffen
- heeft aangetroffen
- hebben aangetroffen
- hebben aangetroffen
- hebben aangetroffen
v.v.t.
- had aangetroffen
- had aangetroffen
- had aangetroffen
- hadden aangetroffen
- hadden aangetroffen
- hadden aangetroffen
o.t.t.t.
- zal aantreffen
- zult aantreffen
- zal aantreffen
- zullen aantreffen
- zullen aantreffen
- zullen aantreffen
o.v.t.t.
- zou aantreffen
- zou aantreffen
- zou aantreffen
- zouden aantreffen
- zouden aantreffen
- zouden aantreffen
diversen
- tref aan!
- treft aan!
- aangetroffen
- aantreffende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
aantreffen (vinden)
Translation Matrix for aantreffen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
fait de rencontrer | aantreffen; vinden | |
fait de trouver | aantreffen; vinden | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
rencontrer | aantreffen; tegenkomen; vinden | ontmoeten; tegen het lijf lopen; tegenkomen; treffen |
tomber sur | aantreffen; tegenkomen; vinden | ontmoeten; tegen het lijf lopen; tegenkomen; treffen |
trouver | aantreffen; tegenkomen; vinden | achterhalen; lokaliseren; ontdekken; ontmoeten; opsporen; plaats toekennen; plaatsen; te weten komen; tegenkomen; terecht brengen; traceren; treffen; vinden |
Wiktionary Translations for aantreffen:
aantreffen
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• aantreffen | → trouver | ↔ find — encounter, locate, discover |