Dutch
Detailed Translations for aanzuren from Dutch to French
aanzuren:
-
aanzuren (zuurder maken)
acidifier; vinaigrer; s'acidifier-
acidifier verbe (acidifie, acidifies, acidifions, acidifiez, acidifient, acidifiais, acidifiait, acidifiions, acidifiiez, acidifiaient, acidifiai, acidifias, acidifia, acidifiâmes, acidifiâtes, acidifièrent, acidifierai, acidifieras, acidifiera, acidifierons, acidifierez, acidifieront)
-
vinaigrer verbe (vinaigre, vinaigres, vinaigrons, vinaigrez, vinaigrent, vinaigrais, vinaigrait, vinaigrions, vinaigriez, vinaigraient, vinaigrai, vinaigras, vinaigra, vinaigrâmes, vinaigrâtes, vinaigrèrent, vinaigrerai, vinaigreras, vinaigrera, vinaigrerons, vinaigrerez, vinaigreront)
-
s'acidifier verbe
-
Conjugations for aanzuren:
o.t.t.
- zuur aan
- zuurt aan
- zuurt aan
- zuren aan
- zuren aan
- zuren aan
o.v.t.
- zuurde aan
- zuurde aan
- zuurde aan
- zuurden aan
- zuurden aan
- zuurden aan
v.t.t.
- heb aangezuurd
- hebt aangezuurd
- heeft aangezuurd
- hebben aangezuurd
- hebben aangezuurd
- hebben aangezuurd
v.v.t.
- had aangezuurd
- had aangezuurd
- had aangezuurd
- hadden aangezuurd
- hadden aangezuurd
- hadden aangezuurd
o.t.t.t.
- zal aanzuren
- zult aanzuren
- zal aanzuren
- zullen aanzuren
- zullen aanzuren
- zullen aanzuren
o.v.t.t.
- zou aanzuren
- zou aanzuren
- zou aanzuren
- zouden aanzuren
- zouden aanzuren
- zouden aanzuren
diversen
- zuur aan!
- zuurt aan!
- aangezuurd
- aanzurende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for aanzuren:
Verb | Related Translations | Other Translations |
acidifier | aanzuren; zuurder maken | doen verzuren; schiften; verzuren; zuur maken; zuur worden |
s'acidifier | aanzuren; zuurder maken | doen verzuren; schiften; verzuren; zuur maken; zuur worden |
vinaigrer | aanzuren; zuurder maken |