Summary


Dutch

Detailed Translations for abstinerend from Dutch to French

abstineren:

abstineren verbe (abstineer, abstineert, abstineerde, abstineerden, geabstineerd)

  1. abstineren (vasten)
    faire la grève de la faim; jeûner; faire son carême; priver de; faire carême; observer le carême; s'abstenir; s'abstenir de
  2. abstineren (onthouden; afwijzen; afwimpelen; bedanken; afslaan)
    repousser; rejeter; refuser; s'abstenir; s'abstenir de
    • repousser verbe (repousse, repousses, repoussons, repoussez, )
    • rejeter verbe (rejette, rejettes, rejetons, rejetez, )
    • refuser verbe (refuse, refuses, refusons, refusez, )
    • s'abstenir verbe

Conjugations for abstineren:

o.t.t.
  1. abstineer
  2. abstineert
  3. abstineert
  4. abstineren
  5. abstineren
  6. abstineren
o.v.t.
  1. abstineerde
  2. abstineerde
  3. abstineerde
  4. abstineerden
  5. abstineerden
  6. abstineerden
v.t.t.
  1. ben geabstineerd
  2. bent geabstineerd
  3. is geabstineerd
  4. zijn geabstineerd
  5. zijn geabstineerd
  6. zijn geabstineerd
v.v.t.
  1. was geabstineerd
  2. was geabstineerd
  3. was geabstineerd
  4. waren geabstineerd
  5. waren geabstineerd
  6. waren geabstineerd
o.t.t.t.
  1. zal abstineren
  2. zult abstineren
  3. zal abstineren
  4. zullen abstineren
  5. zullen abstineren
  6. zullen abstineren
o.v.t.t.
  1. zou abstineren
  2. zou abstineren
  3. zou abstineren
  4. zouden abstineren
  5. zouden abstineren
  6. zouden abstineren
diversen
  1. abstineer!
  2. abstineert!
  3. geabstineerd
  4. abstinerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for abstineren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
faire carême abstineren; vasten
faire la grève de la faim abstineren; vasten hongerstaken
faire son carême abstineren; vasten
jeûner abstineren; vasten
observer le carême abstineren; vasten
priver de abstineren; vasten beroven; beroven van; depriveren; ontdoen; ontnemen; te kort doen; uitbuiten
refuser abstineren; afslaan; afwijzen; afwimpelen; bedanken; onthouden afkeuren; afschepen; afwijzen; afwimpelen; bedanken; danken; laten passeren; terzijde schuiven; verbieden; veroordelen; versmaden; wegsturen; weigeren
rejeter abstineren; afslaan; afwijzen; afwimpelen; bedanken; onthouden afketsen; afschepen; afschuiven; afstemmen; afweren; afwijzen; afwimpelen; bedanken; danken; declineren; laten passeren; spruiten; teruggooien; terugwerpen; terugwijzen; uitschieten; uitschieten plantkunde; verdedigen; versmaden; verstoten; vertikken; verwaarlozen; verweren; verwerpen; wegcijferen; wegstemmen; wegsturen; weigeren; weren
repousser abstineren; afslaan; afwijzen; afwimpelen; bedanken; onthouden afduwen; afhouden; afketsen; afkeuren; afnemen; afschepen; afschrikken; afstemmen; afweren; afwijzen; afwimpelen; afzonderen; bang maken; buitensluiten; ecarteren; evacueren; laten passeren; leegruimen; lichten; ontruimen; opduwen; opschorten; opschuiven; plaats maken; rekken; schuivend verplaatsen; terugdrijven; terugdringen; terughouden; terugwijzen; uitsluiten; uitstellen; verdedigen; verplaatsen; verschrikken; verschuiven; versmaden; verstoten; vertragen; vervreemden; verweren; verwerpen; verwijderen; verzetten; voor zich uitschuiven; wegbrengen; wegdoen; wegdringen; wegdrukken; wegduwen; weghalen; wegnemen; wegschuiven; wegstemmen; wegsturen; wegwerken; weren
s'abstenir abstineren; afslaan; afwijzen; afwimpelen; bedanken; onthouden; vasten
s'abstenir de abstineren; afslaan; afwijzen; afwimpelen; bedanken; onthouden; vasten zich onthouden

Wiktionary Translations for abstineren:


Cross Translation:
FromToVia
abstineren → s'abstenir abstain — refrain from