Dutch
Detailed Translations for afkrabben from Dutch to French
afkrabben:
-
afkrabben (schrappen; schrapen)
gratter; racler-
gratter verbe (gratte, grattes, grattons, grattez, grattent, grattais, grattait, grattions, grattiez, grattaient, grattai, grattas, gratta, grattâmes, grattâtes, grattèrent, gratterai, gratteras, grattera, gratterons, gratterez, gratteront)
-
racler verbe (racle, racles, raclons, raclez, raclent, raclais, raclait, raclions, racliez, raclaient, raclai, raclas, racla, raclâmes, raclâtes, raclèrent, raclerai, racleras, raclera, raclerons, raclerez, racleront)
-
Conjugations for afkrabben:
o.t.t.
- krab af
- krabt af
- krabt af
- krabben af
- krabben af
- krabben af
o.v.t.
- krabde af
- krabde af
- krabde af
- krabden af
- krabden af
- krabden af
v.t.t.
- heb afgekrabd
- hebt afgekrabd
- heeft afgekrabd
- hebben afgekrabd
- hebben afgekrabd
- hebben afgekrabd
v.v.t.
- had afgekrabd
- had afgekrabd
- had afgekrabd
- hadden afgekrabd
- hadden afgekrabd
- hadden afgekrabd
o.t.t.t.
- zal afkrabben
- zult afkrabben
- zal afkrabben
- zullen afkrabben
- zullen afkrabben
- zullen afkrabben
o.v.t.t.
- zou afkrabben
- zou afkrabben
- zou afkrabben
- zouden afkrabben
- zouden afkrabben
- zouden afkrabben
diversen
- krab af!
- krabt af!
- afgekrabd
- afkrabbende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
afkrabben (schraapsel)
Translation Matrix for afkrabben:
Noun | Related Translations | Other Translations |
grattement | afkrabben; schraapsel | gekrab; gekras; krassen |
raclement | afkrabben; schraapsel | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
gratter | afkrabben; schrapen; schrappen | afschrappen; beknibbelen; knibbelen; knijpen; krassen; schrapen; wegkrabben; zich krabben |
racler | afkrabben; schrapen; schrappen | afschaven; krassen; raspen; schaven; schuren; zich krabben |