Dutch
Detailed Translations for afpersen from Dutch to French
afpersen:
-
afpersen (chanteren)
extorquer; faire chanter-
extorquer verbe (extorque, extorques, extorquons, extorquez, extorquent, extorquais, extorquait, extorquions, extorquiez, extorquaient, extorquai, extorquas, extorqua, extorquâmes, extorquâtes, extorquèrent, extorquerai, extorqueras, extorquera, extorquerons, extorquerez, extorqueront)
-
faire chanter verbe
-
Conjugations for afpersen:
o.t.t.
- pers af
- perst af
- perst af
- persen af
- persen af
- persen af
o.v.t.
- perste af
- perste af
- perste af
- persten af
- persten af
- persten af
v.t.t.
- heb afgeperst
- hebt afgeperst
- heeft afgeperst
- hebben afgeperst
- hebben afgeperst
- hebben afgeperst
v.v.t.
- had afgeperst
- had afgeperst
- had afgeperst
- hadden afgeperst
- hadden afgeperst
- hadden afgeperst
o.t.t.t.
- zal afpersen
- zult afpersen
- zal afpersen
- zullen afpersen
- zullen afpersen
- zullen afpersen
o.v.t.t.
- zou afpersen
- zou afpersen
- zou afpersen
- zouden afpersen
- zouden afpersen
- zouden afpersen
diversen
- pers af!
- perst af!
- afgeperst
- afpersende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for afpersen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
extorquer | afpersen; chanteren | afbedelen; iem. afdwingen; ontrukken; onttrekken |
faire chanter | afpersen; chanteren |
Related Definitions for "afpersen":
Wiktionary Translations for afpersen:
afpersen
verb