Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. afstoffen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for afstoffen from Dutch to French

afstoffen:

afstoffen verbe (stof af, stoft af, stofte af, stoften af, afgestoft)

  1. afstoffen (afnemen; stoffen)
    dépoussiérer; épousseter; enlever la poussière; nettoyer; ôter la poussière
    • épousseter verbe (époussette, époussettes, époussetons, époussetez, )
    • nettoyer verbe (nettoie, nettoies, nettoyons, nettoyez, )

Conjugations for afstoffen:

o.t.t.
  1. stof af
  2. stoft af
  3. stoft af
  4. stoffen af
  5. stoffen af
  6. stoffen af
o.v.t.
  1. stofte af
  2. stofte af
  3. stofte af
  4. stoften af
  5. stoften af
  6. stoften af
v.t.t.
  1. heb afgestoft
  2. hebt afgestoft
  3. heeft afgestoft
  4. hebben afgestoft
  5. hebben afgestoft
  6. hebben afgestoft
v.v.t.
  1. had afgestoft
  2. had afgestoft
  3. had afgestoft
  4. hadden afgestoft
  5. hadden afgestoft
  6. hadden afgestoft
o.t.t.t.
  1. zal afstoffen
  2. zult afstoffen
  3. zal afstoffen
  4. zullen afstoffen
  5. zullen afstoffen
  6. zullen afstoffen
o.v.t.t.
  1. zou afstoffen
  2. zou afstoffen
  3. zou afstoffen
  4. zouden afstoffen
  5. zouden afstoffen
  6. zouden afstoffen
diversen
  1. stof af!
  2. stoft af!
  3. afgestoft
  4. afstoffende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

afstoffen [znw.] nom

  1. afstoffen (afnemen; afwissen)
    l'époussetage

Translation Matrix for afstoffen:

NounRelated TranslationsOther Translations
époussetage afnemen; afstoffen; afwissen
VerbRelated TranslationsOther Translations
dépoussiérer afnemen; afstoffen; stoffen
enlever la poussière afnemen; afstoffen; stoffen
nettoyer afnemen; afstoffen; stoffen afboenen; afdekken; afruimen; afschrobben; bergen; boenen; dweilen; in zedelijk opzicht zuiveren; klaren; knaphouden; kuisen; loskrijgen; losmaken; lostornen; louteren; nethouden; opdweilen; opruimen; opschonen; reinigen; schoon maken; schoonboenen; schoonhouden; schoonmaken; schoonpoetsen; schoonschrobben; schrobben; tornen; uithalen; uittrekken; zuiveren
épousseter afnemen; afstoffen; stoffen stof afkloppen
ôter la poussière afnemen; afstoffen; stoffen

Wiktionary Translations for afstoffen:

afstoffen
noun
  1. action de dépoussiérer.
verb
  1. Enlever la poussière
  2. Nettoyer avec un plumeau ou avec des époussettes

Cross Translation:
FromToVia
afstoffen épousseter dust — (intransitive) to clean by removing dust