Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. behandeld:
  2. behandelen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for behandeld from Dutch to French

behandeld:

behandeld adj

  1. behandeld

Translation Matrix for behandeld:

NounRelated TranslationsOther Translations
traité akkoord; band; binding; bond; bondgenootschap; federatie; liga; pact; traktaat; unie; verbond; verdrag
ModifierRelated TranslationsOther Translations
traité behandeld

behandelen:

behandelen verbe (behandel, behandelt, behandelde, behandelden, behandeld)

  1. behandelen (verzorgen)
    traiter; soigner
    • traiter verbe (traite, traites, traitons, traitez, )
    • soigner verbe (soigne, soignes, soignons, soignez, )
  2. behandelen (iets afhandelen)
    traiter à fond; régler
    • régler verbe (règle, règles, réglons, réglez, )
  3. behandelen (onder behandeling nemen)
    façonner; traiter; soigner; manipuler; manier
    • façonner verbe (façonne, façonnes, façonnons, façonnez, )
    • traiter verbe (traite, traites, traitons, traitez, )
    • soigner verbe (soigne, soignes, soignons, soignez, )
    • manipuler verbe (manipule, manipules, manipulons, manipulez, )
    • manier verbe (manie, manies, manions, maniez, )

Conjugations for behandelen:

o.t.t.
  1. behandel
  2. behandelt
  3. behandelt
  4. behandelen
  5. behandelen
  6. behandelen
o.v.t.
  1. behandelde
  2. behandelde
  3. behandelde
  4. behandelden
  5. behandelden
  6. behandelden
v.t.t.
  1. heb behandeld
  2. hebt behandeld
  3. heeft behandeld
  4. hebben behandeld
  5. hebben behandeld
  6. hebben behandeld
v.v.t.
  1. had behandeld
  2. had behandeld
  3. had behandeld
  4. hadden behandeld
  5. hadden behandeld
  6. hadden behandeld
o.t.t.t.
  1. zal behandelen
  2. zult behandelen
  3. zal behandelen
  4. zullen behandelen
  5. zullen behandelen
  6. zullen behandelen
o.v.t.t.
  1. zou behandelen
  2. zou behandelen
  3. zou behandelen
  4. zouden behandelen
  5. zouden behandelen
  6. zouden behandelen
diversen
  1. behandel!
  2. behandelt!
  3. behandeld
  4. behandelende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for behandelen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
façonner behandelen; onder behandeling nemen boetseren; fatsoeneren; kneden; maken; modelleren; vervaardigen; vorm geven; vormen
manier behandelen; onder behandeling nemen aanvoeren; besturen; iets aankunnen; leiden; leiding geven; managen; manoeuvreren; marcheren; voorzitten
manipuler behandelen; onder behandeling nemen handelen; leven; manipuleren; opereren; optreden; procederen; te werk gaan; werken
régler behandelen; iets afhandelen aanpassen; aanzuiveren; afbetalen; afdoen; aflossen; afrekenen; afstellen; afstemmen; betalen; bijleggen; bijstellen; effenen; egaliseren; fiksen; gelijkschakelen; genoegdoen; goedmaken; herstellen; in orde maken; inlossen; instellen; klaren; maken; nabetalen; rechtzetten; regelen; repareren; ruzie afsluiten; ruzie bijleggen; uitpraten; vereffenen; verrekenen; voldoen
soigner behandelen; onder behandeling nemen; verzorgen assisteren; bekommeren; bijspringen; bijstaan; helpen; ondersteunen; seconderen; verplegen; verzorgen; weldoen; zich zorgen maken; zorgen voor iemand
traiter behandelen; onder behandeling nemen; verzorgen bejegenen; doornemen; onderwerp behandelen; spreken over; verhandelen; verkopen
traiter à fond behandelen; iets afhandelen

Related Definitions for "behandelen":

  1. erover praten of schrijven1
    • de leraar behandelt het onderwerp 'metalen'1
  2. met iets of iemand omgaan1
    • 'voorzichtig behandelen' stond er op de doos1
  3. proberen beter te maken1
    • de dokter behandelt de patiënt1

Wiktionary Translations for behandelen:

behandelen
verb
  1. verwerken
    • behandelen → s'occuper
  2. bespreken, spreken of schrijven over
  3. medisch verzorgen
behandelen
Cross Translation:
FromToVia
behandelen traiter; faire face deal — handle, manage
behandelen traiter deal with — handle verbally or in some form of artistic expression
behandelen avoir affaire à deal with — take action with respect to (someone or something)
behandelen manier; manipuler handle — to use or hold with the hand
behandelen traiter handle — to take care of, with the hands
behandelen manipuler handle — to receive and transfer
behandelen pencher; traiter handle — to use or manage in writing or speaking
behandelen traiter; gérer handle — to manage; to control; to practice skill upon
behandelen traiter handle — to treat; to use, well or ill
behandelen traiter treat — to discourse, to represent
behandelen traiter treat — to care for medicinally or surgically