Dutch

Detailed Translations for benedenste from Dutch to French

benedenste:

benedenste adj

  1. benedenste (onderste; laagste)

Translation Matrix for benedenste:

NounRelated TranslationsOther Translations
inférieur inferieur; mindere; onderdanige; ondergeschikte
ModifierRelated TranslationsOther Translations
inférieur benedenste; laagste; onderste arm; bijkomstig; dor; gebrekkig; incapabel; incompetent; inferieur; laagstaand; minderwaardig; onbekwaam; ondergeschikt; onderhorig; ondermaats; onderworpen; ondeugdelijk; ongeschikt; schraal; slecht; tweederangs; zwak

Related Words for "benedenste":


benedenste form of beneden:


Translation Matrix for beneden:

NounRelated TranslationsOther Translations
dessous onderkant; onderzijde
sous centen; duiten; geld; geldstukken; poen
AdverbRelated TranslationsOther Translations
au rez-de-chaussée beneden; daar beneden; naar beneden gelijkvloers
en bas beneden; daar beneden; naar beneden hierbeneden; naar beneden; neer; omlaag; onderin; onderop; onderuit; van onderen
en dessous beneden; daar beneden; naar beneden daaronder; eronder; niet boven; onder; onderdoor; onderuit; van onderen
PrepositionRelated TranslationsOther Translations
- onder
ModifierRelated TranslationsOther Translations
au-dessaus de beneden
au-dessous beneden onderaf; onderen; onderop
dessous beneden onderaf; onderen; onderop; onderuit; van onderen
en-dessous de beneden
inférieur à beneden knudde
sous beneden binnen; binnen een tijdsspanne; niet boven; onder

Related Words for "beneden":


Synonyms for "beneden":


Antonyms for "beneden":


Related Definitions for "beneden":

  1. aan de lage kant1
    • beneden aan de brief stonden drie kruisjes1
  2. op een plaats die lager ligt1
    • de winkels zijn beneden op de begane grond1

Wiktionary Translations for beneden:

beneden
  1. Sert à marquer la situation d’une chose à l’égard d’une autre qui est au-dessus, par-dessus, qui la couvre en totalité ou en partie. (Sens général).

Cross Translation:
FromToVia
beneden dessous beneath — below or underneath
beneden à bas; en bas down — from a high to a low position, downwards
beneden sud down — south
beneden au-dessous downstairs — downstairs (adverb)
beneden tronquer truncate — shorten a decimal number by removing trailing (or leading) digits; to chop