Summary
Dutch
Detailed Translations for beslag from Dutch to French
beslag:
-
het beslag
Translation Matrix for beslag:
Noun | Related Translations | Other Translations |
armature | beslag | anker; bewapening; muuranker |
fermoir | beslag | afsluiter; afsluiting; deurknip; dichtmaken; het afsluiten; knip; knipslot; knipsluiting; sluiting |
ferrure | beslag | bedekken; beslaan; hoefbeslag; hoefijzer; ijzerbeslag; ijzerwaren; ijzerwerk; kistbeslag |
garniture | beslag | ameublement; bekleding; beleg; bordgarneersel; broodbeleg; garneersel; garneringen; garnituur; gerechtsdecoratie; meubelen; meubels; meubilair; meubilering; stoffeerderij; stoffering; versieringen |
pâte | beslag | deeg; dikke zalf; koekdeeg; pasta |
saisie | beslag | beetnemen; beetpakken; beslaglegging; confiscatie; greep; inbeslagneming; vastpakken; verbeurdverklaring |
Wiktionary Translations for beslag:
beslag
Cross Translation:
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• beslag | → saisie | ↔ Pfändung — juristisch: Beschlagnahme von Gegenständen zum Zwecke der Gläubigerbefriedigung |
• beslag | → pâte | ↔ Teig — aus mehreren Zutaten bestehende (häufig dickflüssige) formbare Masse, die meist als Grundstoff für Gebäck dient |