Summary
Dutch to French: more detail...
- bijeengebracht:
- bijeenbrengen:
-
Wiktionary:
- bijeenbrengen → réunir, rassembler, accoupler, apporter, joindre
Dutch
Detailed Translations for bijeengebracht from Dutch to French
bijeengebracht:
-
bijeengebracht (verzameld)
Translation Matrix for bijeengebracht:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
amassé | bijeengebracht; verzameld | gecollecteerd; ingezameld |
collecté | bijeengebracht; verzameld | gecollecteerd; ingezameld |
rassemblé | bijeengebracht; verzameld | gecollecteerd; ingezameld |
recueilli | bijeengebracht; verzameld | gecollecteerd; ingezameld |
Related Words for "bijeengebracht":
bijeenbrengen:
-
bijeenbrengen (samenbrengen; concentreren; bij elkaar brengen)
concentrer; rassembler; réunir; unir-
concentrer verbe (concentre, concentres, concentrons, concentrez, concentrent, concentrais, concentrait, concentrions, concentriez, concentraient, concentrai, concentras, concentra, concentrâmes, concentrâtes, concentrèrent, concentrerai, concentreras, concentrera, concentrerons, concentrerez, concentreront)
-
rassembler verbe (rassemble, rassembles, rassemblons, rassemblez, rassemblent, rassemblais, rassemblait, rassemblions, rassembliez, rassemblaient, rassemblai, rassemblas, rassembla, rassemblâmes, rassemblâtes, rassemblèrent, rassemblerai, rassembleras, rassemblera, rassemblerons, rassemblerez, rassembleront)
-
réunir verbe (réunis, réunit, réunissons, réunissez, réunissent, réunissais, réunissait, réunissions, réunissiez, réunissaient, réunîmes, réunîtes, réunirent, réunirai, réuniras, réunira, réunirons, réunirez, réuniront)
-
unir verbe (unis, unit, unissons, unissez, unissent, unissais, unissait, unissions, unissiez, unissaient, unîmes, unîtes, unirent, unirai, uniras, unira, unirons, unirez, uniront)
-
Conjugations for bijeenbrengen:
o.t.t.
- breng bijeen
- brengt bijeen
- brengt bijeen
- brengen bijeen
- brengen bijeen
- brengen bijeen
o.v.t.
- bracht bijeen
- bracht bijeen
- bracht bijeen
- brachten bijeen
- brachten bijeen
- brachten bijeen
v.t.t.
- heb bijeengebracht
- hebt bijeengebracht
- heeft bijeengebracht
- hebben bijeengebracht
- hebben bijeengebracht
- hebben bijeengebracht
v.v.t.
- had bijeengebracht
- had bijeengebracht
- had bijeengebracht
- hadden bijeengebracht
- hadden bijeengebracht
- hadden bijeengebracht
o.t.t.t.
- zal bijeenbrengen
- zult bijeenbrengen
- zal bijeenbrengen
- zullen bijeenbrengen
- zullen bijeenbrengen
- zullen bijeenbrengen
o.v.t.t.
- zou bijeenbrengen
- zou bijeenbrengen
- zou bijeenbrengen
- zouden bijeenbrengen
- zouden bijeenbrengen
- zouden bijeenbrengen
diversen
- breng bijeen!
- brengt bijeen!
- bijeengebracht
- bijeenbrengend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for bijeenbrengen:
Wiktionary Translations for bijeenbrengen:
bijeenbrengen
verb
bijeenbrengen
-
bij elkaar brengen
- bijeenbrengen → réunir; rassembler
External Machine Translations: