Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. boekdrukken:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for boekdrukken from Dutch to French

boekdrukken:

boekdrukken verbe (druk boek, drukt boek, drukte boek, drukten boek, boekgedrukt)

  1. boekdrukken
    imprimer
    • imprimer verbe (imprime, imprimes, imprimons, imprimez, )

Conjugations for boekdrukken:

o.t.t.
  1. druk boek
  2. drukt boek
  3. drukt boek
  4. drukken boek
  5. drukken boek
  6. drukken boek
o.v.t.
  1. drukte boek
  2. drukte boek
  3. drukte boek
  4. drukten boek
  5. drukten boek
  6. drukten boek
v.t.t.
  1. heb boekgedrukt
  2. hebt boekgedrukt
  3. heeft boekgedrukt
  4. hebben boekgedrukt
  5. hebben boekgedrukt
  6. hebben boekgedrukt
v.v.t.
  1. had boekgedrukt
  2. had boekgedrukt
  3. had boekgedrukt
  4. hadden boekgedrukt
  5. hadden boekgedrukt
  6. hadden boekgedrukt
o.t.t.t.
  1. zal boekdrukken
  2. zult boekdrukken
  3. zal boekdrukken
  4. zullen boekdrukken
  5. zullen boekdrukken
  6. zullen boekdrukken
o.v.t.t.
  1. zou boekdrukken
  2. zou boekdrukken
  3. zou boekdrukken
  4. zouden boekdrukken
  5. zouden boekdrukken
  6. zouden boekdrukken
diversen
  1. druk boek!
  2. drukt boek!
  3. boekgedrukt
  4. boekdrukkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for boekdrukken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
imprimer boekdrukken bedrukken; opdrukken; overdrukken; prenten; printen

Wiktionary Translations for boekdrukken:

boekdrukken
verb
  1. faire ou laisser une empreinte sur quelque chose, y marquer des traits, une figure.