Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. chicaneren:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for chicaneren from Dutch to French

chicaneren:

chicaneren verbe (chicaneer, chicaneert, chicaneerde, chicaneerden, gechicaneerd)

  1. chicaneren (kleinzielig gedragen)
    chicaner; contrarier
    • chicaner verbe (chicane, chicanes, chicanons, chicanez, )
    • contrarier verbe (contrarie, contraries, contrarions, contrariez, )

Conjugations for chicaneren:

o.t.t.
  1. chicaneer
  2. chicaneert
  3. chicaneert
  4. chicaneren
  5. chicaneren
  6. chicaneren
o.v.t.
  1. chicaneerde
  2. chicaneerde
  3. chicaneerde
  4. chicaneerden
  5. chicaneerden
  6. chicaneerden
v.t.t.
  1. heb gechicaneerd
  2. hebt gechicaneerd
  3. heeft gechicaneerd
  4. hebben gechicaneerd
  5. hebben gechicaneerd
  6. hebben gechicaneerd
v.v.t.
  1. had gechicaneerd
  2. had gechicaneerd
  3. had gechicaneerd
  4. hadden gechicaneerd
  5. hadden gechicaneerd
  6. hadden gechicaneerd
o.t.t.t.
  1. zal chicaneren
  2. zult chicaneren
  3. zal chicaneren
  4. zullen chicaneren
  5. zullen chicaneren
  6. zullen chicaneren
o.v.t.t.
  1. zou chicaneren
  2. zou chicaneren
  3. zou chicaneren
  4. zouden chicaneren
  5. zouden chicaneren
  6. zouden chicaneren
diversen
  1. chicaneer!
  2. chicaneert!
  3. gechicaneerd
  4. chicanerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for chicaneren:

NounRelated TranslationsOther Translations
chicaner muggenziften
VerbRelated TranslationsOther Translations
chicaner chicaneren; kleinzielig gedragen dwarszitten; haarkloven; kibbelen; muggenziften; op zijn hart hebben
contrarier chicaneren; kleinzielig gedragen doen mislukken; dwarsbomen; dwarsliggen; dwarszitten; een stokje steken voor; op zijn hart hebben; tegengaan; tegenstreven; tegenwerken; verijdelen; weerstreven

Wiktionary Translations for chicaneren:

chicaneren
verb
  1. intr|nld actief zoeken naar de geringste aanleiding om kritiek te uiten en dan vitten op de lulligste foutjes