Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. definiërend:
  2. definiëren:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for definiërend from Dutch to French

definiërend:


Translation Matrix for definiërend:

NounRelated TranslationsOther Translations
caractéristique eigenschap; karaktereigenschap; karakterisering; karakteristiek; karaktertrek; kenmerk; kwalititeit; stigma; typering
distinctif distinctief
ModifierRelated TranslationsOther Translations
caractéristique definiërend; omschrijvend apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; frappant; in het oog lopend; in het oog springend; karakteriserend; karakteristiek; kenmerkend; kenschetsend; merkwaardig; ongewoon; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; tekenend; treffend; typerend; typisch; vreemd; zonderling
descriptif definiërend; omschrijvend beschrijvend; karakteristiek; kenmerkend; kenschetsend; tekenend; typerend; typisch
distinctif definiërend; omschrijvend karakteristiek; kenmerkend; kenschetsend; onderscheidend; soortelijk; tekenend; typerend; typisch
représentatif definiërend; omschrijvend apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; frappant; in het oog lopend; in het oog springend; karakteristiek; kenmerkend; kenschetsend; merkwaardig; ongewoon; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; representatief; saillant; tekenend; treffend; typerend; typisch; vertegenwoordigend; vreemd; zonderling
typique definiërend; omschrijvend apart; beschrijvend; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; extravagant; frappant; in het oog lopend; in het oog springend; karakteristiek; kenmerkend; kenschetsend; merkwaardig; ongewoon; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; tekenend; treffend; typerend; typisch; uitheems; vreemd; vreemdsoortig; zonderling

definiëren:

definiëren verbe (definieer, definieert, definieerde, definieerden, gedefinieerd)

  1. definiëren (bepalen; omschrijven)
    définir; déterminer; décrire
    • définir verbe (définis, définit, définissons, définissez, )
    • déterminer verbe (détermine, détermines, déterminons, déterminez, )
    • décrire verbe (décris, décrit, décrivons, décrivez, )

Conjugations for definiëren:

o.t.t.
  1. definieer
  2. definieert
  3. definieert
  4. definiëren
  5. definiëren
  6. definiëren
o.v.t.
  1. definieerde
  2. definieerde
  3. definieerde
  4. definieerden
  5. definieerden
  6. definieerden
v.t.t.
  1. heb gedefinieerd
  2. hebt gedefinieerd
  3. heeft gedefinieerd
  4. hebben gedefinieerd
  5. hebben gedefinieerd
  6. hebben gedefinieerd
v.v.t.
  1. had gedefinieerd
  2. had gedefinieerd
  3. had gedefinieerd
  4. hadden gedefinieerd
  5. hadden gedefinieerd
  6. hadden gedefinieerd
o.t.t.t.
  1. zal definiëren
  2. zult definiëren
  3. zal definiëren
  4. zullen definiëren
  5. zullen definiëren
  6. zullen definiëren
o.v.t.t.
  1. zou definiëren
  2. zou definiëren
  3. zou definiëren
  4. zouden definiëren
  5. zouden definiëren
  6. zouden definiëren
en verder
  1. is gedefinieerd
  2. zijn gedefinieerd
diversen
  1. definieer!
  2. definieert!
  3. gedefinieerd
  4. definiërend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for definiëren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
décrire bepalen; definiëren; omschrijven afschilderen; beschrijven; doen lijken; karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; mededelen; nader omschrijven; omschrijven; preciseren; schetsen; typeren; uiteenzetten; verhalen; vertellen; zeggen
définir bepalen; definiëren; omschrijven bepalen; beschrijven; determineren; karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; mededelen; nader omschrijven; preciseren; typeren; uiteenzetten; uitstippelen; uitzetten; vaststellen; verhalen; vertellen; zeggen
déterminer bepalen; definiëren; omschrijven adviseren; afwegen; bepalen; bestemmen; constateren; determineren; een ereteken geven; iets aanraden; ingeven; karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; lokaliseren; nader omschrijven; onderscheiden; opsporen; overdenken; overwegen; plaats toekennen; plaatsen; preciseren; raden; suggereren; traceren; typeren; vaststellen; vinden

Wiktionary Translations for definiëren:

definiëren
verb
  1. (overgankelijk) de aard van iets in een omschrijving vastleggen
definiëren
verb
  1. Déterminer avec précision un être, une chose, en donner la définition
  2. attacher, affermir, rendre immobile, maintenir en place.

Cross Translation:
FromToVia
definiëren définir define — state meaning of
definiëren définir definierenWissenschaft: die Bedeutung eines Begriffs genau festlegen