Dutch
Detailed Translations for dippen from Dutch to French
dippen:
-
dippen
plonger; tremper-
plonger verbe (plonge, plonges, plongeons, plongez, plongent, plongeais, plongeait, plongions, plongiez, plongeaient, plongeai, plongeas, plongea, plongeâmes, plongeâtes, plongèrent, plongerai, plongeras, plongera, plongerons, plongerez, plongeront)
-
tremper verbe (trempe, trempes, trempons, trempez, trempent, trempais, trempait, trempions, trempiez, trempaient, trempai, trempas, trempa, trempâmes, trempâtes, trempèrent, tremperai, tremperas, trempera, tremperons, tremperez, tremperont)
-
Conjugations for dippen:
o.t.t.
- dip
- dipt
- dipt
- dippen
- dippen
- dippen
o.v.t.
- dipte
- dipte
- dipte
- dipten
- dipten
- dipten
v.t.t.
- heb gedipt
- hebt gedipt
- heeft gedipt
- hebben gedipt
- hebben gedipt
- hebben gedipt
v.v.t.
- had gedipt
- had gedipt
- had gedipt
- hadden gedipt
- hadden gedipt
- hadden gedipt
o.t.t.t.
- zal dippen
- zult dippen
- zal dippen
- zullen dippen
- zullen dippen
- zullen dippen
o.v.t.t.
- zou dippen
- zou dippen
- zou dippen
- zouden dippen
- zouden dippen
- zouden dippen
en verder
- is gedipt
- zijn gedipt
diversen
- dip!
- dipt!
- gedipt
- dippend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for dippen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
plonger | dippen | dompelen; dompen; kantelen; kiepen; neerduiken; omver kiepen; onderdompelen; onderduwen; plonzen |
tremper | dippen | bevochtigen; dompelen; dompelen in; dompen; doordrenken; doortrekken met vloeistof; doorweken; drenken; harden; impregneren; in de week zetten; indompelen; kantelen; kiepen; nat maken; omver kiepen; onderdompelen; onderduwen; ontharden; stalen; uitharden; verweken; week maken; weken; zachtmaken |