Dutch
Detailed Translations for doordrukken from Dutch to French
doordrukken:
-
doordrukken (drukkend door iets heen brengen; doorstoten)
passer; enfoncer; faire passer à travers-
passer verbe (passe, passes, passons, passez, passent, passais, passait, passions, passiez, passaient, passai, passas, passa, passâmes, passâtes, passèrent, passerai, passeras, passera, passerons, passerez, passeront)
-
enfoncer verbe (enfonce, enfonces, enfonçons, enfoncez, enfoncent, enfonçais, enfonçait, enfoncions, enfonciez, enfonçaient, enfonçai, enfonças, enfonça, enfonçâmes, enfonçâtes, enfoncèrent, enfoncerai, enfonceras, enfoncera, enfoncerons, enfoncerez, enfonceront)
-
faire passer à travers verbe
-
-
doordrukken (zeuren; drammen; aandringen; doordrammen)
barber; raser; casser les pieds; assommer-
barber verbe
-
raser verbe (rase, rases, rasons, rasez, rasent, rasais, rasait, rasions, rasiez, rasaient, rasai, rasas, rasa, rasâmes, rasâtes, rasèrent, raserai, raseras, rasera, raserons, raserez, raseront)
-
casser les pieds verbe
-
assommer verbe (assomme, assommes, assommons, assommez, assomment, assommais, assommait, assommions, assommiez, assommaient, assommai, assommas, assomma, assommâmes, assommâtes, assommèrent, assommerai, assommeras, assommera, assommerons, assommerez, assommeront)
-
-
doordrukken (door iets heen drukken; doorstoten)
Conjugations for doordrukken:
o.t.t.
- druk door
- drukt door
- drukt door
- drukken door
- drukken door
- drukken door
o.v.t.
- drukte door
- drukte door
- drukte door
- drukten door
- drukten door
- drukten door
v.t.t.
- heb doorgedrukt
- hebt doorgedrukt
- heeft doorgedrukt
- hebben doorgedrukt
- hebben doorgedrukt
- hebben doorgedrukt
v.v.t.
- had doorgedrukt
- had doorgedrukt
- had doorgedrukt
- hadden doorgedrukt
- hadden doorgedrukt
- hadden doorgedrukt
o.t.t.t.
- zal doordrukken
- zult doordrukken
- zal doordrukken
- zullen doordrukken
- zullen doordrukken
- zullen doordrukken
o.v.t.t.
- zou doordrukken
- zou doordrukken
- zou doordrukken
- zouden doordrukken
- zouden doordrukken
- zouden doordrukken
en verder
- is doorgedrukt
- zijn doorgedrukt
diversen
- druk door!
- drukt door!
- doorgedrukt
- doordrukkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze