Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. doorhalen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for doorhalen from Dutch to French

doorhalen:

doorhalen verbe (haal door, haalt door, haalde door, haalden door, doorgehaald)

  1. doorhalen (schrappen)
    biffer; rayer
    • biffer verbe (biffe, biffes, biffons, biffez, )
    • rayer verbe (raye, rayes, rayons, rayez, )
  2. doorhalen
  3. doorhalen

Conjugations for doorhalen:

o.t.t.
  1. haal door
  2. haalt door
  3. haalt door
  4. halen door
  5. halen door
  6. halen door
o.v.t.
  1. haalde door
  2. haalde door
  3. haalde door
  4. haalden door
  5. haalden door
  6. haalden door
v.t.t.
  1. heb doorgehaald
  2. hebt doorgehaald
  3. heeft doorgehaald
  4. hebben doorgehaald
  5. hebben doorgehaald
  6. hebben doorgehaald
v.v.t.
  1. had doorgehaald
  2. had doorgehaald
  3. had doorgehaald
  4. hadden doorgehaald
  5. hadden doorgehaald
  6. hadden doorgehaald
o.t.t.t.
  1. zal doorhalen
  2. zult doorhalen
  3. zal doorhalen
  4. zullen doorhalen
  5. zullen doorhalen
  6. zullen doorhalen
o.v.t.t.
  1. zou doorhalen
  2. zou doorhalen
  3. zou doorhalen
  4. zouden doorhalen
  5. zouden doorhalen
  6. zouden doorhalen
en verder
  1. is doorgehaald
  2. zijn doorgehaald
diversen
  1. haal door!
  2. haalt door!
  3. doorgehaald
  4. foorhalend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for doorhalen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
biffer doorhalen; schrappen doorstrepen
rayer doorhalen; schrappen bekrassen; belijnen; diskwalificeren; doorstrepen; iemand schrappen; liniëren; royeren; strepen; strepen trekken; uitsluiten; van lijnen voorzien
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
barré doorhalen
passage de carte doorhalen
ModifierRelated TranslationsOther Translations
barré afgesloten; dicht; dicht zijn; gesloten; toe