Dutch
Detailed Translations for doorlaten from Dutch to French
doorlaten:
-
doorlaten
laisser passer-
laisser passer verbe
-
Conjugations for doorlaten:
o.t.t.
- laat door
- laat door
- laat door
- laten door
- laten door
- laten door
o.v.t.
- liet door
- liet door
- liet door
- lieten door
- lieten door
- lieten door
v.t.t.
- heb doorgelaten
- hebt doorgelaten
- heeft doorgelaten
- hebben doorgelaten
- hebben doorgelaten
- hebben doorgelaten
v.v.t.
- had doorgelaten
- had doorgelaten
- had doorgelaten
- hadden doorgelaten
- hadden doorgelaten
- hadden doorgelaten
o.t.t.t.
- zal doorlaten
- zult doorlaten
- zal doorlaten
- zullen doorlaten
- zullen doorlaten
- zullen doorlaten
o.v.t.t.
- zou doorlaten
- zou doorlaten
- zou doorlaten
- zouden doorlaten
- zouden doorlaten
- zouden doorlaten
en verder
- ben doorgelaten
- bent doorgelaten
- is doorgelaten
- zijn doorgelaten
- zijn doorgelaten
- zijn doorgelaten
diversen
- laat door!
- laat door!
- doorgelaten
- doorlatend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for doorlaten:
Verb | Related Translations | Other Translations |
laisser passer | doorlaten | doorsluizen; overheenlaten; voorbijlaten |
Related Words for "doorlaten":
doorlaat:
Translation Matrix for doorlaat:
Noun | Related Translations | Other Translations |
passage | doorlaat | doorreis; doorrit; doortocht; doorvaart; hal; overgang; overloop; overtocht; overvaart; passus; portaal; veergeld; verbindingsgang; winkelgalerij |