Dutch
Detailed Translations for duik from Dutch to French
duik:
Translation Matrix for duik:
Noun | Related Translations | Other Translations |
plongeon | duik | |
plongée | duik |
Related Words for "duik":
duiken:
-
duiken (vooroverduiken)
plonger en avant; s'enfouir; s'enfoncer dans-
plonger en avant verbe
-
s'enfouir verbe
-
s'enfoncer dans verbe
-
-
duiken (in het water duiken)
se plonger dans; s'enfouir; plonger dans l'eau; s'enfoncer dans-
se plonger dans verbe
-
s'enfouir verbe
-
plonger dans l'eau verbe
-
s'enfoncer dans verbe
-
Conjugations for duiken:
o.t.t.
- duik
- duikt
- duikt
- duiken
- duiken
- duiken
o.v.t.
- dook
- dook
- dook
- doken
- doken
- doken
v.t.t.
- heb gedoken
- hebt gedoken
- heeft gedoken
- hebben gedoken
- hebben gedoken
- hebben gedoken
v.v.t.
- had gedoken
- had gedoken
- had gedoken
- hadden gedoken
- hadden gedoken
- hadden gedoken
o.t.t.t.
- zal duiken
- zult duiken
- zal duiken
- zullen duiken
- zullen duiken
- zullen duiken
o.v.t.t.
- zou duiken
- zou duiken
- zou duiken
- zouden duiken
- zouden duiken
- zouden duiken
en verder
- ben gedoken
- bent gedoken
- is gedoken
- zijn gedoken
- zijn gedoken
- zijn gedoken
diversen
- duik!
- duikt!
- gedoken
- duikend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for duiken:
Noun | Related Translations | Other Translations |
se plonger dans | zich geheel verdiepen in | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
plonger dans l'eau | duiken; in het water duiken | |
plonger en avant | duiken; vooroverduiken | |
s'enfoncer dans | duiken; in het water duiken; vooroverduiken | |
s'enfouir | duiken; in het water duiken; vooroverduiken | |
se plonger dans | duiken; in het water duiken | induiken |