Dutch
Detailed Translations for evenaart from Dutch to French
evenaren:
-
evenaren
équivaloir à; concorder; correspondre à; convenir à; s'accorder à; être conforme à-
équivaloir à verbe
-
concorder verbe (concorde, concordes, concordons, concordez, concordent, concordais, concordait, concordions, concordiez, concordaient, concordai, concordas, concorda, concordâmes, concordâtes, concordèrent, concorderai, concorderas, concordera, concorderons, concorderez, concorderont)
-
correspondre à verbe
-
convenir à verbe
-
s'accorder à verbe
-
être conforme à verbe
-
Conjugations for evenaren:
o.t.t.
- evenaar
- evenaart
- evenaart
- evenaren
- evenaren
- evenaren
o.v.t.
- evenaarde
- evenaarde
- evenaarde
- evenaarden
- evenaarden
- evenaarden
v.t.t.
- heb geëvenaard
- hebt geëvenaard
- heeft geëvenaard
- hebben geëvenaard
- hebben geëvenaard
- hebben geëvenaard
v.v.t.
- had geëvenaard
- had geëvenaard
- had geëvenaard
- hadden geëvenaard
- hadden geëvenaard
- hadden geëvenaard
o.t.t.t.
- zal evenaren
- zult evenaren
- zal evenaren
- zullen evenaren
- zullen evenaren
- zullen evenaren
o.v.t.t.
- zou evenaren
- zou evenaren
- zou evenaren
- zouden evenaren
- zouden evenaren
- zouden evenaren
en verder
- ben geëvenaard
- bent geëvenaard
- is geëvenaard
- zijn geëvenaard
- zijn geëvenaard
- zijn geëvenaard
diversen
- evenaar!
- evenaart!
- geëvenaard
- evenarend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze