Summary
Dutch
Detailed Translations for gedeeld from Dutch to French
gedeeld:
-
gedeeld (meegevoeld)
-
gedeeld (verdeeld)
Translation Matrix for gedeeld:
Noun | Related Translations | Other Translations |
collectif | collectief | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
collectif | gedeeld; meegevoeld | algemeen; communaal; een groep toebehorend; frontaal; gemeenschappelijk; gezamenlijk; klassikaal; meer personen betreffend; met z'n beiden; met zijn allen; saam; samen; tezamen |
commun | gedeeld; meegevoeld | algemeen; alledaags; bij elkaar; bijeen; communaal; courant; een groep toebehorend; eenvoudig; gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gemeenschappelijk; gewoon; gezamenlijk; grof; meer personen betreffend; met z'n beiden; met zijn allen; niets bijzonders; normaal; ordinair; plat; platvloers; samen; tezamen; vulgair |
divisé | gedeeld; meegevoeld; verdeeld | niet eensgezind; oneens; onenig |
en commun | gedeeld; meegevoeld | bij elkaar; bijeen; gemeenschappelijk; gezamenlijk; met z'n beiden; met zijn allen; saam; samen; tezamen |
partagé | gedeeld; meegevoeld |
gedeeld form of delen:
-
delen (opsplitsen; splitsen; opdelen)
diviser; subdiviser; répartir; séparer; fendre; dissocier-
diviser verbe (divise, divises, divisons, divisez, divisent, divisais, divisait, divisions, divisiez, divisaient, divisai, divisas, divisa, divisâmes, divisâtes, divisèrent, diviserai, diviseras, divisera, diviserons, diviserez, diviseront)
-
subdiviser verbe (subdivise, subdivises, subdivisons, subdivisez, subdivisent, subdivisais, subdivisait, subdivisions, subdivisiez, subdivisaient, subdivisai, subdivisas, subdivisa, subdivisâmes, subdivisâtes, subdivisèrent, subdiviserai, subdiviseras, subdivisera, subdiviserons, subdiviserez, subdiviseront)
-
répartir verbe (répartis, répartit, répartissons, répartissez, répartissent, répartissais, répartissait, répartissions, répartissiez, répartissaient, répartîmes, répartîtes, répartirent, répartirai, répartiras, répartira, répartirons, répartirez, répartiront)
-
séparer verbe (sépare, sépares, séparons, séparez, séparent, séparais, séparait, séparions, sépariez, séparaient, séparai, séparas, sépara, séparâmes, séparâtes, séparèrent, séparerai, sépareras, séparera, séparerons, séparerez, sépareront)
-
fendre verbe (fends, fend, fendons, fendez, fendent, fendais, fendait, fendions, fendiez, fendaient, fendis, fendit, fendîmes, fendîtes, fendirent, fendrai, fendras, fendra, fendrons, fendrez, fendront)
-
dissocier verbe (dissocie, dissocies, dissocions, dissociez, dissocient, dissociais, dissociait, dissociions, dissociiez, dissociaient, dissociai, dissocias, dissocia, dissociâmes, dissociâtes, dissocièrent, dissocierai, dissocieras, dissociera, dissocierons, dissocierez, dissocieront)
-
-
delen
Conjugations for delen:
o.t.t.
- deel
- deelt
- deelt
- delen
- delen
- delen
o.v.t.
- deelde
- deelde
- deelde
- deelden
- deelden
- deelden
v.t.t.
- heb gedeeld
- hebt gedeeld
- heeft gedeeld
- hebben gedeeld
- hebben gedeeld
- hebben gedeeld
v.v.t.
- had gedeeld
- had gedeeld
- had gedeeld
- hadden gedeeld
- hadden gedeeld
- hadden gedeeld
o.t.t.t.
- zal delen
- zult delen
- zal delen
- zullen delen
- zullen delen
- zullen delen
o.v.t.t.
- zou delen
- zou delen
- zou delen
- zouden delen
- zouden delen
- zouden delen
en verder
- is gedeeld
- zijn gedeeld
diversen
- deel!
- deelt!
- gedeeld
- delend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for delen:
Related Words for "delen":
Synonyms for "delen":
Related Definitions for "delen":
Wiktionary Translations for delen:
delen
Cross Translation:
verb
delen
verb
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• delen | → distribuer | ↔ deal — distribute (cards) |
• delen | → partager | ↔ divide — share by dividing |
• delen | → division | ↔ division — arithmetic: process of dividing a number by another |
• delen | → diviser | ↔ dividieren — Division vollziehen; eine Zahl durch eine andere teilen |