Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. gelanterfant:
  2. lanterfanten:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for gelanterfant from Dutch to French

gelanterfant:

gelanterfant [znw.] nom

  1. gelanterfant (geluier)
    l'inaction; la fainéantise

Translation Matrix for gelanterfant:

NounRelated TranslationsOther Translations
fainéantise gelanterfant; geluier arbeidsschuw; geluier; gemakzucht; luilakkerij; vadsigheid
inaction gelanterfant; geluier geluier; luilakkerij

lanterfanten:

lanterfanten verbe (lanterfant, lanterfantte, lanterfantten, gelanterfant)

  1. lanterfanten (luieren; lummelen; niksen; rondhangen; nietsdoen)
    fricoter; paresser; bricoler; flâner; déconner; traînasser; traîner; cochonner; fainéanter
    • fricoter verbe (fricote, fricotes, fricotons, fricotez, )
    • paresser verbe (paresse, paresses, paressons, paressez, )
    • bricoler verbe (bricole, bricoles, bricolons, bricolez, )
    • flâner verbe (flâne, flânes, flânons, flânez, )
    • déconner verbe (déconne, déconnes, déconnons, déconnez, )
    • traînasser verbe (traînasse, traînasses, traînassons, traînassez, )
    • traîner verbe (traîne, traînes, traînons, traînez, )
    • cochonner verbe (cochonne, cochonnes, cochonnons, cochonnez, )
    • fainéanter verbe (fainéante, fainéantes, fainéantons, fainéantez, )

Conjugations for lanterfanten:

o.t.t.
  1. lanterfant
  2. lanterfant
  3. lanterfant
  4. lanterfanten
  5. lanterfanten
  6. lanterfanten
o.v.t.
  1. lanterfantte
  2. lanterfantte
  3. lanterfantte
  4. lanterfantten
  5. lanterfantten
  6. lanterfantten
v.t.t.
  1. heb gelanterfant
  2. hebt gelanterfant
  3. heeft gelanterfant
  4. hebben gelanterfant
  5. hebben gelanterfant
  6. hebben gelanterfant
v.v.t.
  1. had gelanterfant
  2. had gelanterfant
  3. had gelanterfant
  4. hadden gelanterfant
  5. hadden gelanterfant
  6. hadden gelanterfant
o.t.t.t.
  1. zal lanterfanten
  2. zult lanterfanten
  3. zal lanterfanten
  4. zullen lanterfanten
  5. zullen lanterfanten
  6. zullen lanterfanten
o.v.t.t.
  1. zou lanterfanten
  2. zou lanterfanten
  3. zou lanterfanten
  4. zouden lanterfanten
  5. zouden lanterfanten
  6. zouden lanterfanten
diversen
  1. lanterfant!
  2. lanterfant!
  3. gelanterfant
  4. lanterfantend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for lanterfanten:

NounRelated TranslationsOther Translations
bricoler klussen
VerbRelated TranslationsOther Translations
bricoler lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen aanmodderen; aanrommelen; aanrotzooien; broddelen; dokteren; fröbelen; klusje opknappen; klussen; knoeien; knutselen; prutsen; rommelen; rotzooien; scharrelen; sleutelen
cochonner lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen aanrommelen; aanrotzooien; haspelen; kladderen; kliederen; klodderen; knoeien; rotzooien; scharrelen; scharrelen van kip; tot een warboel maken; verwarren
déconner lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen aanklooien; klooien; rotzooien
fainéanter lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen dralen; drentelen; leeglopen; talmen; teuten; treuzelen; vrijlopen
flâner lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen banjeren; drentelen; flaneren; leeglopen; niksen; rondhangen; rondlopen; rondlummelen; rondslenteren; rondwandelen; sjokken; slenteren; verdwaald zijn; voortsukkelen; vrijlopen
fricoter lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen sjoemelen
paresser lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen
traînasser lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen aarzelen; dralen; drentelen; druilen; dubben; hannesen; niksen; rondhangen; rondlummelen; talmen; teuten; treuzelen; weifelen; zaniken; zeiken; zeuren
traîner lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen aanslepen; aarzelen; dralen; drentelen; dubben; flaneren; gebukt gaan onder; niksen; rondhangen; rondlopen; rondlummelen; rondslenteren; rondslingeren; rondwandelen; sjouwen; slenteren; slepen; sleuren; slingeren; talmen; teuten; torsen; trekken; treuzelen; verdwaald zijn; versjouwen; verslepen; voorttrekken; weifelen; zeulen

Related Words for "lanterfanten":


Wiktionary Translations for lanterfanten:


Cross Translation:
FromToVia
lanterfanten paresser lollygag — dawdle; to avoid work