Noun | Related Translations | Other Translations |
disposition
|
gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; inborst; temperament
|
aanvoelen; beschikbaarheid; beschikking; bui; compromis; conditie; confessie; feeling; geloof; geloofsovertuiging; gemoedsgesteldheid; gemoedsstemming; gemoedstoestand; geneigdheid; gevoel; gezindheid; gezindte; hang; humeur; inclinatie; indeling; neiging; staat; stemming; toestand; vergelijk
|
esprit
|
gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; inborst; temperament
|
aardigheid; bewustzijn; brein; brille; confessie; denkvermogen; elf; elfje; geest; geestigheid; geestverschijning; gein; geloof; geloofsovertuiging; gemoedstoestand; genialiteit; genie; gezindheid; gezindte; grap; hersens; humor; intellect; intelligentie; inzicht; rede; schim; spiritus; spook; spookgestalte; spookverschijning; stemming; strekking; teneur; uiting van vrolijkheid; vernuft; verschijning; verstand; vindingrijk vernuft
|
humeur
|
gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; inborst; temperament
|
bui; confessie; geestesgesteldheid; geloof; geloofsovertuiging; gemoedsgesteldheid; gemoedsstemming; gemoedstoestand; gezindheid; gezindte; gril; humeur; instelling; kuur; luim; nuk; psychische toestand; stemming
|
tempérament
|
gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; inborst; temperament
|
aard; geaardheid; gemoed; gemoedstoestand; geneigdheid; gezindheid; hang; inborst; inclinatie; inslag; karakter; karaktereigenschap; karaktertrek; kenmerk; kittigheid; kwalititeit; mentaliteit; natuur; neiging; persoonlijkheid; stemming; temperament; vurigheid
|
état d'âme
|
gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; inborst; temperament
|
bui; confessie; geestesgesteldheid; geestestoestand; geloof; geloofsovertuiging; gemoedsgesteldheid; gemoedsstemming; gemoedstoestand; gezindheid; gezindte; humeur; instelling; psychische toestand; stemming
|