Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. getroosten:


Dutch

Detailed Translations for getroosten from Dutch to French

getroosten:

getroosten verbe (getroost, getroostte, getroostten, getroost)

  1. getroosten (moeite doen)
    consentir
    • consentir verbe (consens, consent, consentons, consentez, )

Conjugations for getroosten:

o.t.t.
  1. getroost
  2. getroost
  3. getroost
  4. getroosten
  5. getroosten
  6. getroosten
o.v.t.
  1. getroostte
  2. getroostte
  3. getroostte
  4. getroostten
  5. getroostten
  6. getroostten
v.t.t.
  1. heb getroost
  2. hebt getroost
  3. heeft getroost
  4. hebben getroost
  5. hebben getroost
  6. hebben getroost
v.v.t.
  1. had getroost
  2. had getroost
  3. had getroost
  4. hadden getroost
  5. hadden getroost
  6. hadden getroost
o.t.t.t.
  1. zal getroosten
  2. zult getroosten
  3. zal getroosten
  4. zullen getroosten
  5. zullen getroosten
  6. zullen getroosten
o.v.t.t.
  1. zou getroosten
  2. zou getroosten
  3. zou getroosten
  4. zouden getroosten
  5. zouden getroosten
  6. zouden getroosten
diversen
  1. getroost!
  2. getroost!
  3. getroost
  4. gtroostend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for getroosten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
consentir getroosten; moeite doen akkoord gaan; akkoord gaan met; autoriseren; beamen; bevestigen; bijvallen; dulden; duren; fiatteren; gedogen; gelijk geven; goed vinden; goedkeuren; goedvinden; gunnen; iets toekennen; instemmen; inwilligen; kloppen met; laten; onderschrijven; overeenkomen; overeenkomen met; overeenstemmen met; permitteren; rugsteunen; staven; steunen; stroken; stroken met; toebedelen; toekennen; toelaten; toestaan; toestemmen; toestemmen in; toestemming verlenen; toewijzen; tolereren; vergunnen; verlenen; veroorloven