Dutch

Detailed Translations for gezocht from Dutch to French

gezocht:


Translation Matrix for gezocht:

NounRelated TranslationsOther Translations
composé chemische verbinding; reagens
favori favoriet; geliefde personen; geprefereerde; gunsteling; gunstelinge; hartekind; kanshebber; lieveling; oogappels; troetelkind; troeteltje; uitverkorene; verkozene
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
demandé begeerd; gewild; gezocht; veelgevraagd aangevraagd; begerenswaardig; gevraagd; gewenst; gewild; verlangd; wenselijk
ModifierRelated TranslationsOther Translations
affecté geaffecteerd; gekunsteld; gemaakt; gewrongen; gezocht; onnatuurlijk aangedaan; aangegrepen; aangeslagen; aanstellerig; bekakt; bewogen; dikdoenerig; geaffecteerd; gedwongen; geforceerd; gekunsteld; gemaakt; gemaakte gevoelens; geraakt; geroerd; getroffen; geëmotioneerd; kapot van; kunstmatig; onnatuurlijk; ontroerd; overdreven; theatraal
aimé begeerd; gewild; gezocht; veelgevraagd beminde; bevallig; geliefd; gevierd; lief; populair
apprêté geaffecteerd; gekunsteld; gemaakt; gewrongen; gezocht; onnatuurlijk
composé geaffecteerd; gekunsteld; gemaakt; gewrongen; gezocht; onnatuurlijk gemaakt; geproduceerd; samengesteld; vervaardigd
convenu geaffecteerd; gekunsteld; gemaakt; gewrongen; gezocht; onnatuurlijk aangenomen; aanvaard; accoord; geaccepteerd; goedgekeurd
d'une façon maniérée geaffecteerd; gekunsteld; gemaakt; gewrongen; gezocht; onnatuurlijk aanstellerig; bekakt; dikdoenerig; geaffecteerd; gekunsteld
d'une manière affectée geaffecteerd; gekunsteld; gemaakt; gewrongen; gezocht; onnatuurlijk aangedaan; aanstellerig; bekakt; bewogen; dikdoenerig; geaffecteerd; gekunsteld; geroerd
désirable begeerd; gewild; gezocht; veelgevraagd begeerlijk; begerenswaardig; felbegeerd; gewenst; gewild; verlangd; wenselijk
désiré begeerd; gewild; gezocht; veelgevraagd begerenswaardig; gevierd; gevraagd; gewenst; gewild; populair; verlangd; verlangde; wenselijk
en vogue begeerd; gewild; gezocht; veelgevraagd begerenswaardig; bemind; dierbaar; geliefd; getapt; gevierd; in de mode; lief; populair; toegenegen
favori begeerd; gewild; gezocht; veelgevraagd bemind; dierbaar; favoriet; favoriete; geliefd; geselecteerd; het meest gewild; lief; lievelings; preferent; toegenegen; verkoren
feint geaffecteerd; gekunsteld; gemaakt; gewrongen; gezocht; onnatuurlijk aangenomen; bedriegelijk; denkbeeldig; fictief; gedwongen; gefingeerd; geforceerd; gehuicheld; gemaakt; gemaakte gevoelens; geveinsd; huichelachtig; huichelend; kunstmatig; nagemaakt; onecht; onnatuurlijk; onoprecht; onwaar; vals; veinzend; verdicht; voorwendend
forcé geaffecteerd; gekunsteld; gemaakt; gewrongen; gezocht; onnatuurlijk dwangmatig; gedwongen; geforceerd; gemaakt; gemaakte gevoelens; kunstmatig; noodgedwongen; onnatuurlijk; onvrijwillig; verplicht; vertrokken
maniéré geaffecteerd; gekunsteld; gemaakt; gewrongen; gezocht; onnatuurlijk aanstellerig; bekakt; dikdoenerig; geaffecteerd; gekunsteld; overdreven; theatraal
populaire begeerd; gewild; gezocht; veelgevraagd bemind; dierbaar; geliefd; getapt; gevierd; geziene; grof; in de mode; lief; ordinair; plat; platvloers; populair; toegenegen; volks; vulgair; welkome
voulu begeerd; gewild; gezocht; veelgevraagd begerenswaardig; gevierd; gevraagd; gewenst; gewild; populair; verlangd; wenselijk

Related Words for "gezocht":


gezocht form of zoeken:

zoeken verbe (zoek, zoekt, zocht, zochten, gezocht)

  1. zoeken (afzoeken; zien te vinden)
    – proberen het of hem te vinden 1
    chercher; rechercher; essayer de trouver; fouiller; scruter
    • chercher verbe (cherche, cherches, cherchons, cherchez, )
    • rechercher verbe (recherche, recherches, recherchons, recherchez, )
    • fouiller verbe (fouille, fouilles, fouillons, fouillez, )
    • scruter verbe (scrute, scrutes, scrutons, scrutez, )
  2. zoeken
    rechercher
    • rechercher verbe (recherche, recherches, recherchons, recherchez, )

Conjugations for zoeken:

o.t.t.
  1. zoek
  2. zoekt
  3. zoekt
  4. zoeken
  5. zoeken
  6. zoeken
o.v.t.
  1. zocht
  2. zocht
  3. zocht
  4. zochten
  5. zochten
  6. zochten
v.t.t.
  1. heb gezocht
  2. hebt gezocht
  3. heeft gezocht
  4. hebben gezocht
  5. hebben gezocht
  6. hebben gezocht
v.v.t.
  1. had gezocht
  2. had gezocht
  3. had gezocht
  4. hadden gezocht
  5. hadden gezocht
  6. hadden gezocht
o.t.t.t.
  1. zal zoeken
  2. zult zoeken
  3. zal zoeken
  4. zullen zoeken
  5. zullen zoeken
  6. zullen zoeken
o.v.t.t.
  1. zou zoeken
  2. zou zoeken
  3. zou zoeken
  4. zouden zoeken
  5. zouden zoeken
  6. zouden zoeken
diversen
  1. zoek!
  2. zoekt!
  3. gezocht
  4. zoekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

zoeken [znw.] nom

  1. zoeken
    la recherche; la fouille
  2. zoeken (bladeren; browsen)
    parcourir; rechercher
    • parcourir verbe (parcours, parcourt, parcourons, parcourez, )
    • rechercher verbe (recherche, recherches, recherchons, recherchez, )

Translation Matrix for zoeken:

NounRelated TranslationsOther Translations
fouille zoeken afstropen; afzoeken; doorzoeking; fouilleren; fouillering; geheel doorzoeken; gewoel; gewroet; opgraving; patrouilleren; schanswerk; uitgraving; visitatie
fouiller aftasten; afvoelen; tasten; voelen
recherche zoeken aandrang; afstropen; afzoeken; ambitie; drang; eerzucht; geheel doorzoeken; inspectie; najagen; nasporing; nastreven; navorsing; onderzoek; opsporing; proef; research; speurtocht; speurwerk; test; traceerwerk; zoektocht
VerbRelated TranslationsOther Translations
chercher afzoeken; zien te vinden; zoeken aankomen; afhalen en meenemen; bezoeken; inlopen; langskomen; naslaan; naspeuren; nasporen; om zich heen kijken; onderzoeken; op bezoek komen; ophalen; oppikken; opzoeken; rondkijken; rondneuzen; rondscharrelen; rondsnuffelen; rondzien; struinen; voorbijkomen; zich oriënteren
essayer de trouver afzoeken; zien te vinden; zoeken
fouiller afzoeken; zien te vinden; zoeken aftasten; afvoelen; bevoelen; doorzoeken; fouilleren; graaien; grabbelen; grasduinen; in iets rondtasten; naspeuring doen; neuzen; onderzoeken; rechercheren; rommelen; scharrelen van kip; snuffelen; snuffelen aan; speuren; verkennen; visiteren; woelen; wroeten; wurmen
parcourir bladeren; browsen; zoeken afleggen; bereizen; bladeren; controleren; doorbladeren; doorheen reizen; doorreizen; doorvliegen; examineren; inkijken; inspecteren; inzien; keuren; meters maken; reizen; reizen door; rondreizen; schouwen; trekken; zwerven
rechercher afzoeken; bladeren; browsen; zien te vinden; zoeken azen; controleren; nagaan; nakijken; naspeuren; nasporen; navorsen; onderzoeken; op zoek zijn naar; prooizoeken; vinden
scruter afzoeken; zien te vinden; zoeken doorzoeken
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
rechercher zoeken

Antonyms for "zoeken":


Related Definitions for "zoeken":

  1. proberen het of hem te vinden1
    • ik ben mijn armband kwijt, ik heb overal gezocht1
  2. proberen het te krijgen1
    • hij zoekt werk1

Wiktionary Translations for zoeken:

zoeken
verb
  1. proberen te vinden
zoeken
verb
  1. Se donner du mouvement, du soin, de la peine pour découvrir quelqu’un ou quelque chose (Sens général)
  2. plaisanter quelqu’un ou quelque chose, lui parler ou en parler avec moquerie.
  3. (1)

Cross Translation:
FromToVia
zoeken chercher look — to search
zoeken rechercher; chercher look for — search; seek
zoeken chercher; fouiller search — to look throughout (a place) for something
zoeken chercher search — (followed by "for") to look thoroughly
zoeken chercher seek — to try to find
zoeken chercher suchentransitiv, auch mit nach: sich bemühen, etwas oder jemanden zu finden, das oder der verloren oder versteckt ist

External Machine Translations: