Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. goed gaan:


Dutch

Detailed Translations for goed gaan from Dutch to French

goed gaan:

goed gaan verbe (ga goed, gaat goed, ging goed, goed gegaan)

  1. goed gaan (het goed maken)
    aller bien; réussir; prospérer
    • aller bien verbe
    • réussir verbe (réussis, réussit, réussissons, réussissez, )
    • prospérer verbe (prospère, prospères, prospérons, prospérez, )

Conjugations for goed gaan:

o.t.t.
  1. ga goed
  2. gaat goed
  3. gaat goed
  4. gaan goed
  5. gaan goed
  6. gaan goed
o.v.t.
  1. ging goed
  2. ging goed
  3. ging goed
  4. gingen goed
v.t.t.
  1. ben goed gegaan
  2. bent goed gegaan
  3. is goed gegaan
  4. zijn goed gegaan
  5. zijn goed gegaan
  6. zijn goed gegaan
v.v.t.
  1. was goed gegaan
  2. was goed gegaan
  3. was goed gegaan
  4. waren goed gegaan
  5. waren goed gegaan
  6. waren goed gegaan
o.t.t.t.
  1. zal goed gaan
  2. zult goed gaan
  3. zal goed gaan
  4. zullen goed gaan
  5. zullen goed gaan
  6. zullen goed gaan
o.v.t.t.
  1. zou goed gaan
  2. zou goed gaan
  3. zou goed gaan
  4. zouden goed gaan
  5. zouden goed gaan
  6. zouden goed gaan
diversen
  1. ga goed!
  2. gaat goed!
  3. goed gegaan
  4. goed gaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for goed gaan:

VerbRelated TranslationsOther Translations
aller bien goed gaan; het goed maken bloeien; flatteren; floreren; gemakkelijk gaan; goed lopen; goed staan; tot hoogconjunctuur komen; vlotten
prospérer goed gaan; het goed maken bloeien; floreren; gedijen; goed lopen; tieren; tot hoogconjunctuur komen; wassen
réussir goed gaan; het goed maken aflopen; bedingen; bewerkstelligen; bloeien; fiksen; fixen; flikken; floreren; goed lopen; klaarspelen; lappen; slagen; slagen voor; succes hebben; tot hoogconjunctuur komen; vergaan; verlopen; verstrijken; vervallen; voor elkaar krijgen; voorbijgaan

Related Translations for goed gaan