Dutch
Detailed Translations for heen en weer bewegen from Dutch to French
heen en weer bewegen:
heen en weer bewegen verbe (beweeg heen en weer, beweegt heen en weer, bewoog heen en weer, bewogen heen en weer, heen en weer bewogen)
-
heen en weer bewegen (schudden)
secouer; agiter-
secouer verbe (secoue, secoues, secouons, secouez, secouent, secouais, secouait, secouions, secouiez, secouaient, secouai, secouas, secoua, secouâmes, secouâtes, secouèrent, secouerai, secoueras, secouera, secouerons, secouerez, secoueront)
-
agiter verbe (agite, agites, agitons, agitez, agitent, agitais, agitait, agitions, agitiez, agitaient, agitai, agitas, agita, agitâmes, agitâtes, agitèrent, agiterai, agiteras, agitera, agiterons, agiterez, agiteront)
-
Conjugations for heen en weer bewegen:
o.t.t.
- beweeg heen en weer
- beweegt heen en weer
- beweegt heen en weer
- bewegen heen en weer
- bewegen heen en weer
- bewegen heen en weer
o.v.t.
- bewoog heen en weer
- bewoog heen en weer
- bewoog heen en weer
- bewogen heen en weer
- bewogen heen en weer
- bewogen heen en weer
v.t.t.
- heb heen en weer bewogen
- hebt heen en weer bewogen
- heeft heen en weer bewogen
- hebben heen en weer bewogen
- hebben heen en weer bewogen
- hebben heen en weer bewogen
v.v.t.
- had heen en weer bewogen
- had heen en weer bewogen
- had heen en weer bewogen
- hadden heen en weer bewogen
- hadden heen en weer bewogen
- hadden heen en weer bewogen
o.t.t.t.
- zal heen en weer bewegen
- zult heen en weer bewegen
- zal heen en weer bewegen
- zullen heen en weer bewegen
- zullen heen en weer bewegen
- zullen heen en weer bewegen
o.v.t.t.
- zou heen en weer bewegen
- zou heen en weer bewegen
- zou heen en weer bewegen
- zouden heen en weer bewegen
- zouden heen en weer bewegen
- zouden heen en weer bewegen
diversen
- beweeg heen en weer!
- beweegt heen en weer!
- heen en weer bewogen
- heen en weer bewegend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for heen en weer bewegen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
agiter | heen en weer bewegen; schudden | aan de zwerf zijn; afranselen; agiteren; beroeren; beven; heen en weer zwaaien; iemand toetakelen; in beroering brengen; omroeren; op en neer bewegen; oppoken; opstoken; roeren; rondzwerven; schudden; slingeren; trillen; wriggelen; wrikken; zwaaien; zwenken; zwerven |
secouer | heen en weer bewegen; schudden | afkloppen; afschudden; beven; deinen; golven; heen en weer zwaaien; omschudden; opschudden; schommelen; schudden; slingeren; trillen; wiegen; wriggelen; wrikken; zich ontdoen van; zwaaien; zwenken |