Dutch
Detailed Translations for huldigen from Dutch to French
huldigen:
-
huldigen (hulde bewijzen; eer aandoen; eren)
rendre hommage à; honorer; vénérer-
rendre hommage à verbe
-
honorer verbe (honore, honores, honorons, honorez, honorent, honorais, honorait, honorions, honoriez, honoraient, honorai, honoras, honora, honorâmes, honorâtes, honorèrent, honorerai, honoreras, honorera, honorerons, honorerez, honoreront)
-
vénérer verbe (vénère, vénères, vénérons, vénérez, vénèrent, vénérais, vénérait, vénérions, vénériez, vénéraient, vénérai, vénéras, vénéra, vénérâmes, vénérâtes, vénérèrent, vénérerai, vénéreras, vénérera, vénérerons, vénérerez, vénéreront)
-
Conjugations for huldigen:
o.t.t.
- huldig
- huldigt
- huldigt
- huldigen
- huldigen
- huldigen
o.v.t.
- huldigde
- huldigde
- huldigde
- huldigden
- huldigden
- huldigden
v.t.t.
- heb gehuldigd
- hebt gehuldigd
- heeft gehuldigd
- hebben gehuldigd
- hebben gehuldigd
- hebben gehuldigd
v.v.t.
- had gehuldigd
- had gehuldigd
- had gehuldigd
- hadden gehuldigd
- hadden gehuldigd
- hadden gehuldigd
o.t.t.t.
- zal huldigen
- zult huldigen
- zal huldigen
- zullen huldigen
- zullen huldigen
- zullen huldigen
o.v.t.t.
- zou huldigen
- zou huldigen
- zou huldigen
- zouden huldigen
- zouden huldigen
- zouden huldigen
en verder
- ben gehuldigd
- bent gehuldigd
- is gehuldigd
- zijn gehuldigd
- zijn gehuldigd
- zijn gehuldigd
diversen
- huldig!
- huldigt!
- gehuldigd
- huldigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze