Home ->Dictionaries ->Dutch/French ->Translate ijk

Translate ijk from Dutch to French

Summary

Dutch to French: more detail...

ijk:
- étalonnage; jauge; indicateur; estampille
ijken:
- réglage; mise au point
Wiktionary:
- ijken → calibrer, étalonner
- ijken → calibrer

Dutch

Detailed Translations for ijk from Dutch to French

ijk:

ijk [de ~ (m)] nom

de ijk (ijkmerk)
l'étalonnage; la jauge; l'indicateur; l'estampille
- étalonnage [le ~] nom
- jauge [la ~] nom
- indicateur [le ~] nom
- estampille [la ~] nom
de ijk (ijking)
l'estampille; l'étalonnage
- estampille [la ~] nom
- étalonnage [le ~] nom

Translation Matrix for ijk:

Noun	Related Translations	Other Translations
estampille	ijk; ijking; ijkmerk	inktstempel; keurmerk; keurstempel; stempel; zegel
indicateur	ijk; ijkmerk	graadmeetapparaat; graadmeter; gradenmeter; indicator; informant; maatstaf; markering; spanningsmeter; tipgever; toetssteen; vlag; voltmeter
jauge	ijk; ijkmerk	graadmeetapparaat; graadmeter; gradenmeter; indicator; peilstok; ruimtemaat
étalonnage	ijk; ijking; ijkmerk	graadmeetapparaat; graadmeter; gradenmeter; indicator

Related Words for "ijk":

ijken

ijken:

ijken [het ~] nom

het ijken (afregelen; instellen)
le réglage; la mise au point
- réglage [le ~] nom
- mise au point [la ~] nom

Translation Matrix for ijken:

Noun	Related Translations	Other Translations
mise au point	afregelen; ijken; instellen	aanpassing; afstelling; bijstelling; bijstellingen; inregeling; instelling; scherpstelling
réglage	afregelen; ijken; instellen	aanpassing; afstellen; afstelling; afstemmen; afstemming; bijstelling; gelijkzetten; inregelen; inregeling; instellen; instelling; optimalisatie; regelen; verstelling

Related Words for "ijken":

ijk

Wiktionary Translations for ijken:

ijken

verb

meting op juiste schaal brengen
- ijken → calibrer

ijken

verb

métrologie|fr comparer un poids, une mesure à un étalon, ou régler un appareil de mesure de façon à rendre ses résultats conformes à ceux d’un étalon.
- étalonner → ijken

Cross Translation:

From	To	Via
• ijken	→ calibrer	↔ kalibrieren — (von Messgeräten) durch Messung von Gegenständen mit bekannten Werten einstellen, ohne in den Messprozess einzugreifen