Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. indijken:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for indijken from Dutch to French

indijken:

indijken verbe (dijk in, dijkt in, dijkte in, dijkten in, ingedijkt)

  1. indijken (inpolderen; droogleggen)
  2. indijken (indammen)
    endiguer; borner; délimiter; contenir
    • endiguer verbe (endigue, endigues, endiguons, endiguez, )
    • borner verbe (borne, bornes, bornons, bornez, )
    • délimiter verbe (délimite, délimites, délimitons, délimitez, )
    • contenir verbe (contiens, contient, contenons, contenez, )

Conjugations for indijken:

o.t.t.
  1. dijk in
  2. dijkt in
  3. dijkt in
  4. dijken in
  5. dijken in
  6. dijken in
o.v.t.
  1. dijkte in
  2. dijkte in
  3. dijkte in
  4. dijkten in
  5. dijkten in
  6. dijkten in
v.t.t.
  1. heb ingedijkt
  2. hebt ingedijkt
  3. heeft ingedijkt
  4. hebben ingedijkt
  5. hebben ingedijkt
  6. hebben ingedijkt
v.v.t.
  1. had ingedijkt
  2. had ingedijkt
  3. had ingedijkt
  4. hadden ingedijkt
  5. hadden ingedijkt
  6. hadden ingedijkt
o.t.t.t.
  1. zal indijken
  2. zult indijken
  3. zal indijken
  4. zullen indijken
  5. zullen indijken
  6. zullen indijken
o.v.t.t.
  1. zou indijken
  2. zou indijken
  3. zou indijken
  4. zouden indijken
  5. zouden indijken
  6. zouden indijken
en verder
  1. is ingedijkt
diversen
  1. dijk in!
  2. dijkt in!
  3. ingedijkt
  4. indijkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for indijken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
borner indammen; indijken afbakenen; afdekken; afgrenzen; afpalen; afschermen; afschutten; afzetten; begrenzen; beknotten; beperken; beschermen; beschutten; inperken; omlijnen; van grenzen voorzien
contenir indammen; indijken afgrenzen; afhouden; bedwingen; begrenzen; beperken; beteugelen; bevatten; in bedwang houden; indammen; inhouden; inkapselen; inperken; limiteren; omvatten; van grenzen voorzien; weren
délimiter indammen; indijken afgrenzen; afsluiten; begrenzen; beknotten; beperken; beëindigen; een einde maken aan; eindigen; inperken; nader omschrijven; ophouden; preciseren; stoppen; van grenzen voorzien
endiguer indammen; indijken bedijken; beperken; indammen; inkapselen; inperken; limiteren
poldériser droogleggen; indijken; inpolderen
transformer en polder droogleggen; indijken; inpolderen

Wiktionary Translations for indijken:

indijken
verb
  1. Traductions à trier suivant le sens