Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. ingeklokt:
  2. inklokken:


Dutch

Detailed Translations for ingeklokt from Dutch to French

ingeklokt:

ingeklokt adj

  1. ingeklokt

Translation Matrix for ingeklokt:

NounRelated TranslationsOther Translations
piqué duikvlucht
ModifierRelated TranslationsOther Translations
piqué ingeklokt aangeprikt; gebietst; gejat; geraakt; gestolen; getoucheerd; ontvreemd; opengeprikt

inklokken:

inklokken verbe (klok in, klokt in, klokte in, klokten in, ingeklokt)

  1. inklokken
    pointer
    • pointer verbe (pointe, pointes, pointons, pointez, )

Conjugations for inklokken:

o.t.t.
  1. klok in
  2. klokt in
  3. klokt in
  4. klokken in
  5. klokken in
  6. klokken in
o.v.t.
  1. klokte in
  2. klokte in
  3. klokte in
  4. klokten in
  5. klokten in
  6. klokten in
v.t.t.
  1. heb ingeklokt
  2. hebt ingeklokt
  3. heeft ingeklokt
  4. hebben ingeklokt
  5. hebben ingeklokt
  6. hebben ingeklokt
v.v.t.
  1. had ingeklokt
  2. had ingeklokt
  3. had ingeklokt
  4. hadden ingeklokt
  5. hadden ingeklokt
  6. hadden ingeklokt
o.t.t.t.
  1. zal inklokken
  2. zult inklokken
  3. zal inklokken
  4. zullen inklokken
  5. zullen inklokken
  6. zullen inklokken
o.v.t.t.
  1. zou inklokken
  2. zou inklokken
  3. zou inklokken
  4. zouden inklokken
  5. zouden inklokken
  6. zouden inklokken
en verder
  1. ben ingeklokt
  2. bent ingeklokt
  3. is ingeklokt
  4. zijn ingeklokt
  5. zijn ingeklokt
  6. zijn ingeklokt
diversen
  1. klok in!
  2. klokt in!
  3. ingeklokt
  4. inklokkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for inklokken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
pointer inklokken aankruisen; aanwijzen; merken; spitsen; stempel zetten; stempelen; tuiten; uitklokken

External Machine Translations: