Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. inprenten:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for inprenten from Dutch to French

inprenten:

inprenten verbe (prent in, prentte in, prentten in, ingeprent)

  1. inprenten (op het hart drukken)
    faire prendre conscience; percer; pénétrer; assurer quelque chose à quelqu'un; graver dans l'esprit
    • percer verbe (perce, perces, perçons, percez, )
    • pénétrer verbe (pénètre, pénètres, pénétrons, pénétrez, )

Conjugations for inprenten:

o.t.t.
  1. prent in
  2. prent in
  3. prent in
  4. prenten in
  5. prenten in
  6. prenten in
o.v.t.
  1. prentte in
  2. prentte in
  3. prentte in
  4. prentten in
  5. prentten in
  6. prentten in
v.t.t.
  1. heb ingeprent
  2. hebt ingeprent
  3. heeft ingeprent
  4. hebben ingeprent
  5. hebben ingeprent
  6. hebben ingeprent
v.v.t.
  1. had ingeprent
  2. had ingeprent
  3. had ingeprent
  4. hadden ingeprent
  5. hadden ingeprent
  6. hadden ingeprent
o.t.t.t.
  1. zal inprenten
  2. zult inprenten
  3. zal inprenten
  4. zullen inprenten
  5. zullen inprenten
  6. zullen inprenten
o.v.t.t.
  1. zou inprenten
  2. zou inprenten
  3. zou inprenten
  4. zouden inprenten
  5. zouden inprenten
  6. zouden inprenten
en verder
  1. is ingeprent
diversen
  1. prent in!
  2. prent in!
  3. ingeprent
  4. inprentend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for inprenten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
assurer quelque chose à quelqu'un inprenten; op het hart drukken
faire prendre conscience inprenten; op het hart drukken
graver dans l'esprit inprenten; op het hart drukken zich iets inprenten
percer inprenten; op het hart drukken aanboren; beseffen; binnensteken; boren; doorboren; doorbreken; doordringen; doorkomen; doorlekken; doorprikken; doorschijnen; doorsteken; doorzien; erdoor steken; gaatjes maken in; inprikken; insteken; inzien; laten doorsijpelen; omgraven; omploegen; omspitten; omwerken; onderkennen; openprikken; opensteken; penetreren; percoleren; perforeren; ploegen; priemen; prikken in; realiseren; spitten
pénétrer inprenten; op het hart drukken bereiken; betreden; binnen gaan; binnengaan; binnenkomen; binnenlopen; binnenstappen; binnentreden; doorboren; doordringen; doorgronden; gaatjes maken in; ingaan; penetreren; penetreren in; perforeren

Wiktionary Translations for inprenten:

inprenten
verb
  1. diep in het geheugen vastleggen
inprenten
verb
  1. imprimer fortement une chose dans l’esprit de quelqu’un à force de la répéter.

Cross Translation:
FromToVia
inprenten inculquer inculcate — teach by repeated instruction

Related Translations for inprenten