Dutch
Detailed Translations for insluimeren from Dutch to French
insluimeren:
-
insluimeren (indommelen; wegzakken; indutten)
somnoler; s'endormir; s'assoupir-
somnoler verbe (somnole, somnoles, somnolons, somnolez, somnolent, somnolais, somnolait, somnolions, somnoliez, somnolaient, somnolai, somnolas, somnola, somnolâmes, somnolâtes, somnolèrent, somnolerai, somnoleras, somnolera, somnolerons, somnolerez, somnoleront)
-
s'endormir verbe
-
s'assoupir verbe
-
Conjugations for insluimeren:
o.t.t.
- sluimer in
- sluimert in
- sluimert in
- sluimeren in
- sluimeren in
- sluimeren in
o.v.t.
- sluimerde in
- sluimerde in
- sluimerde in
- sluimerden in
- sluimerden in
- sluimerden in
v.t.t.
- ben ingesluimerd
- bent ingesluimerd
- is ingesluimerd
- zijn ingesluimerd
- zijn ingesluimerd
- zijn ingesluimerd
v.v.t.
- was ingesluimerd
- was ingesluimerd
- was ingesluimerd
- waren ingesluimerd
- waren ingesluimerd
- waren ingesluimerd
o.t.t.t.
- zal insluimeren
- zult insluimeren
- zal insluimeren
- zullen insluimeren
- zullen insluimeren
- zullen insluimeren
o.v.t.t.
- zou insluimeren
- zou insluimeren
- zou insluimeren
- zouden insluimeren
- zouden insluimeren
- zouden insluimeren
diversen
- sluimer in!
- sluimert in!
- ingesluimerd
- insluimerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for insluimeren:
Verb | Related Translations | Other Translations |
s'assoupir | indommelen; indutten; insluimeren; wegzakken | |
s'endormir | indommelen; indutten; insluimeren; wegzakken | doodgaan; heengaan; inslapen; ontslapen; overlijden; sterven; verscheiden |
somnoler | indommelen; indutten; insluimeren; wegzakken | doezelen; dommelen; dutten; gedachteloos zijn; sluimeren; soezen; suffen; verborgen aanwezig zijn |