Dutch
Detailed Translations for interpreteren from Dutch to French
interpreteren:
-
interpreteren (vertalen; vertolken)
traduire; interpréter; faire une traduction-
traduire verbe (traduis, traduit, traduisons, traduisez, traduisent, traduisais, traduisait, traduisions, traduisiez, traduisaient, traduisis, traduisit, traduisîmes, traduisîtes, traduisirent, traduirai, traduiras, traduira, traduirons, traduirez, traduiront)
-
interpréter verbe (interprète, interprètes, interprétons, interprétez, interprètent, interprétais, interprétait, interprétions, interprétiez, interprétaient, interprétai, interprétas, interpréta, interprétâmes, interprétâtes, interprétèrent, interpréterai, interpréteras, interprétera, interpréterons, interpréterez, interpréteront)
-
faire une traduction verbe
-
Conjugations for interpreteren:
o.t.t.
- interpreteer
- interpreteert
- interpreteert
- interpreteren
- interpreteren
- interpreteren
o.v.t.
- interpreteerde
- interpreteerde
- interpreteerde
- interpreteerden
- interpreteerden
- interpreteerden
v.t.t.
- heb geïnterpreteerd
- hebt geïnterpreteerd
- heeft geïnterpreteerd
- hebben geïnterpreteerd
- hebben geïnterpreteerd
- hebben geïnterpreteerd
v.v.t.
- had geïnterpreteerd
- had geïnterpreteerd
- had geïnterpreteerd
- hadden geïnterpreteerd
- hadden geïnterpreteerd
- hadden geïnterpreteerd
o.t.t.t.
- zal interpreteren
- zult interpreteren
- zal interpreteren
- zullen interpreteren
- zullen interpreteren
- zullen interpreteren
o.v.t.t.
- zou interpreteren
- zou interpreteren
- zou interpreteren
- zouden interpreteren
- zouden interpreteren
- zouden interpreteren
en verder
- is geïnterpreteerd
diversen
- interpreteer!
- interpreteert!
- geïnterpreteerd
- interpreterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for interpreteren:
Wiktionary Translations for interpreteren:
interpreteren
verb
interpreteren
-
uitleggen of opvatten
- interpreteren → interpréter