Dutch
Detailed Translations for keurmerk from Dutch to French
keurmerk:
-
het keurmerk (keurstempel)
Translation Matrix for keurmerk:
Noun | Related Translations | Other Translations |
estampille | keurmerk; keurstempel | ijk; ijking; ijkmerk; inktstempel; stempel; zegel |
marque de qualité | keurmerk; keurstempel | |
poinçon de garantie | keurmerk; keurstempel |
Related Words for "keurmerk":
Wiktionary Translations for keurmerk:
keurmerk
noun
-
instrument métallique, généralement d’acier, qui a une pointe pour percer.
keurmerken:
-
de keurmerken (ijkmerken; waarmerken)
-
keurmerken
marquer; estampiller; timbrer-
marquer verbe (marque, marques, marquons, marquez, marquent, marquais, marquait, marquions, marquiez, marquaient, marquai, marquas, marqua, marquâmes, marquâtes, marquèrent, marquerai, marqueras, marquera, marquerons, marquerez, marqueront)
-
estampiller verbe (estampille, estampilles, estampillons, estampillez, estampillent, estampillais, estampillait, estampillions, estampilliez, estampillaient, estampillai, estampillas, estampilla, estampillâmes, estampillâtes, estampillèrent, estampillerai, estampilleras, estampillera, estampillerons, estampillerez, estampilleront)
-
timbrer verbe (timbre, timbres, timbrons, timbrez, timbrent, timbrais, timbrait, timbrions, timbriez, timbraient, timbrai, timbras, timbra, timbrâmes, timbrâtes, timbrèrent, timbrerai, timbreras, timbrera, timbrerons, timbrerez, timbreront)
-
Conjugations for keurmerken:
o.t.t.
- keurmerk
- keurmerkt
- keurmerkt
- keurmerken
- keurmerken
- keurmerken
o.v.t.
- keurmerkte
- keurmerkte
- keurmerkte
- keurmerkten
- keurmerkten
- keurmerkten
v.t.t.
- heb gekeurmerkt
- hebt gekeurmerkt
- heeft gekeurmerkt
- hebben gekeurmerkt
- hebben gekeurmerkt
- hebben gekeurmerkt
v.v.t.
- had gekeurmerkt
- had gekeurmerkt
- had gekeurmerkt
- hadden gekeurmerkt
- hadden gekeurmerkt
- hadden gekeurmerkt
o.t.t.t.
- zal keurmerken
- zult keurmerken
- zal keurmerken
- zullen keurmerken
- zullen keurmerken
- zullen keurmerken
o.v.t.t.
- zou keurmerken
- zou keurmerken
- zou keurmerken
- zouden keurmerken
- zouden keurmerken
- zouden keurmerken
en verder
- is gekeurmerkt
diversen
- keurmerk!
- keurmerkt!
- gekeurmerkt
- keurmerkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for keurmerken:
Noun | Related Translations | Other Translations |
cachets | ijkmerken; keurmerken; waarmerken | zegels |
estampilles | ijkmerken; keurmerken; waarmerken | |
marquer | aanstrepen | |
poinçons | ijkmerken; keurmerken; waarmerken | |
scellés | ijkmerken; keurmerken; waarmerken | |
timbres | ijkmerken; keurmerken; waarmerken | drevels; stempels; zegels |
Verb | Related Translations | Other Translations |
estampiller | keurmerken | afstempelen; stempel opdrukken; stempelen |
marquer | keurmerken | aankruisen; aanstippen; aanstrepen; aantippen; afbakenen; afpalen; aftekenen; afvinken; afzetten; begrenzen; bevestigen; branden; brandmerken; contrasteren; ergens aan bevestigen; inbranden; karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; markeren; merken; omlijnen; stempel drukken op; taggen; tippen; typeren; van stigma's voorzien; vastmaken; vastzetten; vinken |
timbrer | keurmerken | afstempelen; beporten; bevestigen; ergens aan bevestigen; frankeren; stempel opdrukken; stempel zetten; stempelen; vastmaken; vastzetten |