Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. krompraten:


Dutch

Detailed Translations for krompraten from Dutch to French

krompraten:

krompraten verbe (praat krom, praatte krom, praatten krom, krom gepraat)

  1. krompraten (brabbelen)
    baragouiner
    • baragouiner verbe (baragouine, baragouines, baragouinons, baragouinez, )

Conjugations for krompraten:

o.t.t.
  1. praat krom
  2. praat krom
  3. praat krom
  4. praten krom
  5. praten krom
  6. praten krom
o.v.t.
  1. praatte krom
  2. praatte krom
  3. praatte krom
  4. praatten krom
  5. praatten krom
  6. praatten krom
v.t.t.
  1. heb krom gepraat
  2. hebt krom gepraat
  3. heeft krom gepraat
  4. hebben krom gepraat
  5. hebben krom gepraat
  6. hebben krom gepraat
v.v.t.
  1. had krom gepraat
  2. had krom gepraat
  3. had krom gepraat
  4. hadden krom gepraat
  5. hadden krom gepraat
  6. hadden krom gepraat
o.t.t.t.
  1. zal krompraten
  2. zult krompraten
  3. zal krompraten
  4. zullen krompraten
  5. zullen krompraten
  6. zullen krompraten
o.v.t.t.
  1. zou krompraten
  2. zou krompraten
  3. zou krompraten
  4. zouden krompraten
  5. zouden krompraten
  6. zouden krompraten
diversen
  1. praat krom!
  2. praat krom!
  3. krom gepraat
  4. krompratend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for krompraten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
baragouiner brabbelen; krompraten bazelen; kletspraat verkopen; lallen; lullen; morren; murmeren; ontevreden mompelen; wauwelen; zeveren; zwammen; zwetsen